Net als je denkt deze stad een beetje te doorgronden, als je
jezelf in volle naïviteit een echte New Yorker begint te wanen, word je hier
telkenmale opnieuw ( aangenaam ) verrast. Dat is ongetwijfeld wat deze
metropool zo boeiend maakt. Je raakt er nooit op uitgekeken en elke dag ontdek
je hier nieuwe, nog leukere plekjes. Zelfs na meerdere bezoeken slaat The Big
Apple me dagelijks weer met verstomming.
Neem nu het loopparcours waar ik drie keer per week ga
joggen. In één van mijn vorige verslagen maakte ik er al melding van; hoe
heerlijk én motiverend het wel is om langs de Hudson te lopen, onder de
imposante Williamsburg Bridge door richting midtown Manhattan. Wel, eergisteren
ontdekte ik dat dit looppad een heel eind verder loopt en eigenlijk nog een pak
spectaculairder is dan ik dacht. Het traject langs de Hudson-rivier reikt
immers tot aan Brooklyn Bridge. Dat wil dus zeggen dat je in de ene richting respectievelijk
naar Manhattan Bridge en Brooklyn Bridge toeloopt, waarbij je de indrukwekkende
skyline van downtown New York ( inclusief Freedom Tower ) voor je ziet
opdoemen. Terwijl je in de andere richting recht op midtown NY loopt, met de
Chrysler Building en de Empire State in het vizier. Iemand zin om een paar
kilometers mee te lopen?
Tussen al dat lopen door, waag ik me soms ook wel eens aan
een wandeltocht doorheen mijn nieuwe buurt. Tijdens die tochtjes heb ik kunnen
merken dat New Yorkers over het algemeen best vriendelijke mensen zijn. Een
typische New Yorker is ambitieus, praat snel en luid, werkt hard en feest nog
harder, maar is evenmin te beroerd om een spontaan praatje te slaan met een
bezoeker van zijn stad. Onderlinge contacten lijken me vaak ietwat
oppervlakkig, al zie je de mensen elkaar hier wel steeds hartelijk
begroeten. Opvallend, de vriendelijkste New Yorkers die ik tot hiertoe heb
ontmoet zijn vooral mannen van middelbare leeftijd. Een echt verklaring heb ik
er niet voor. Zo liep ik enkele dagen geleden over de Williamsbrug Bridge toen
een jonge kerel met een hond me passeerde. De viervoeter vertoonde nogal
vreemde keuren, waarop een man van middelbare leeftijd zich spontaan vrolijk
begon te maken over dat beestje, en met mij aan de babbel ging alsof we elkaar
al jaren kenden. Toen ik even verderop aan een portier van middelbare leeftijd
de weg vroeg naar het dichtstbijzijnde metrostation begon die me ook spontaan
en uitgebreid de weg uit te leggen. Hij gaf me hierbij vriendelijke
schouderklopjes en daarna een welgemeende handdruk. En zo heb ik wel meerdere
spontane, hartelijke ontmoetingen in deze stad, die me toch altijd een beetje
verbazen. Ik zie het in pakweg Brussel niet meteen gebeuren.
Halfweg deze bewuste wandeltocht kwam ik in een plaatselijke
Mc Donalds terecht, ergens in Brooklyn. Kwestie van mijn calorieënpeil enigszins
op niveau te houden. Daar maakte ik me de bemerking dat ik er me opvallend op
mijn gemak voelde, ook al was ik de enige blanke in het restaurant. Moest dit
mijn eerste bezoek aan NY geweest zijn, had ik me wellicht minder zelfzeker gewaand. Er zijn echter verschillende signalen waaruit je kan opmaken of een
buurt al dan niet veilig is, al durf ik ze niet als waarheid verkondigen. Zo
zaten er in het restaurant bijvoorbeeld Zuid-Amerikanen, Aziaten, en donkere
Zuidafrikanen. Net door die kleurenvariatie, vijftig tinten bruin zeg maar, meende
ik te stellen dat deze plek relatief veilig is. Ik werd dan ook door niemand
aangekeken of geïntimideerd en voelde me voldoende op mijn gemak om hier aan
people watching te doen. Er zaten dan ook een aantal boeiende individu’s rondom
mij.
Wat gezegd van de oude zwarte man, met grijs gekruld haar, die
schijnbaar op zijn gemak een koffietje dronk, hierbij filosofisch voor zich
uitkijkend. Een lieve bompa leek hij wel. Even twijfelde ik om een praatje met
hem te slaan, benieuwd als ik was naar zijn verhaal. Maar ik bedacht dat het
misschien niet echt gepast was. Opgewekter ging het er aan toe bij de drie
Zuid-Amerikaanse vrouwen die het tafeltje achter mij in beslag hadden genomen,
tetterend en schreeuwend dat het een lieve lust was. Vrolijkheid ten top op
zijn Zuid-Amerikaans. De hipste van de keet was ongetwijfeld de Zuidafrikaan
die net het restaurant binnenkwam, met zijn een coole sik en trendy bril,
gekleed in een strak vestje. Klaar om even later door te breken in de volgende
aflevering van America’s New Idol. Minder hip, maar wel authentiek leek me het ( vermoedelijk ) Russische koppeltje dat
verwikkeld was in een diepe discussie. De man droeg een originele beremuts en
met zijn grijze uitgerafelde baard en indringende lichtblauwe ogen leek hij
weggelopen uit een exotische cultfilm. Kortom, een ‘bont’ gezelschap. Of hoe
een simpel bezoek aan Mc Donalds zelfs een boeiende ervaring kan zijn.
De dag nadien besloot ik vanuit mijn appartementje in de
Lower East Side naar Chinatown en Little Italy te trekken. Allebei boeiende
wijken in hartje Manhattan, waar je je toch even in een andere land waant. Ik
startte deze boeiende wandeltocht vanaf Williamsburg Bridge richting downtown.
Het was toen dat ik het ‘nieuwe’ looppad ontdekte. Stapje per stapje zag ik die
indrukwekkende skyline op me afkomen. Samen met de twee indrukwekkende bruggen,
Brooklyn en Manhattan, zorgde dit zicht voor geslaagde kliekjes. Voor ik het
goed besefte bevond ik me reeds in Chinatown, dat zich trouwens almaar schijnt
uit te breiden doorheen de stad. De kern van Chinatown ligt in Mott Street en
Pell Street, de twee oudste straten van deze wijk. Hier vind je volop
bijzondere restaurantjes en authentieke winkeltjes waar je u tegoed kunt doen
aan Chinese specialiteiten. Niet echt mijn ding, wel boeiend om gade te slaan.
Doe mij dan maar de Italiaanse keuken. En waar kan een mens
meer Italiaanse restaurantjes vinden dan in Little Italy! Via Mullberry Street
loopt Chinatown naadloos over in een stukje Calabria in New York. Little Italy
is dan ook een toeristische trekpleister. Vrijwel nergens in de stad zie je
zoveel toeristen rondlopen, hongerig op zoek naar een vrij plaatsje op één van
de talrijke terrasjes van de ( authentieke? ) restaurants. Het zorgt voor een
levendige maar ook hectische sfeer in deze straten, die reeds meermaals het
decor vormden voor bekende maffiafilms. Ook nu wordt Little Italy nog steeds in
verband gebracht met de georganiseerde misdaad. En geloof me, er lopen hier
heel wat louche figuren rond die meteen kunnen meespelen in de opvolger van The
Godfather. Of het toeval was of niet, ook Steve Stevaert liep hier vrolijk
rond, al was het deze keer niet in ( gehuurd ) vrouwelijk gezelschap. Maar ik
kan de man geen ongelijk geven, het is aangenaam vertoeven in dit stukje
Italië, zeker op een warme septemberdag.
De avond bracht ik echter door tussen echte New Yorkers, in
een typisch New Yorkse bar. In het mysterieuze gezelschap van een zekere Kate,
die ik via Gods ondoorgrondelijke wegen had leren kennen, trok ik naar Bar
Jamon. Een donkere en ietwat luidruchtige bar, waar je buiten mezelf, zelden
een toerist zal aantreffen. De levendige tapasbar bevindt zich in één van de
zijstraatjes van Union Square en is één van de talrijke hotspots waar locals
graag in de avond uithangen. Hier valt het echt op hoe luid New Yorkers praten,
wellicht omdat ze stoom moeten aflaten na alweer een stressy werkdag. Maar ik had er alleszins een boeiende babbel
met bovenvermelde deerne. Geboren en getogen in deze stad was zij het ideale
gezelschap om mij te vertellen hoe het nu werkelijk is om in deze stad op te
groeien en te leven.
Gisteren besloot ik om naar Harlem te trekken. Met gemengde
gevoelens, want het is/was me niet zo duidelijk hoe veilig het werkelijk is om
er in je eentje rond te lopen. Maar deze stadswijk, gelegen boven Central Park,
heeft me altijd gefascineerd. Heel wat grote muzikanten lanceerden hier hun
carrière en ook vandaag nog treden er topartiesten op in het befaamde
Apollo-theater. Er zijn trouwens wel meer bezienswaardigheden in Harlem. Zo
bevindt zich hier onder meer de grootste gotische kathedraal ter wereld, Saint
John the Divine.
Met mijn laptoptasje iets strakker in de hand geklemd dan
normaal, verkende ik eerst enkele woonwijken in het centrum van Harlem, rond
125th Street. Er worden hier heel wat pogingen gedaan om deze wijk op te
waarderen. Getuigen hiervan zijn de schitterende brownstone huizen die je hier
aantreft. Ik heb me laten vertellen dat je hier zelfs enkele van de
allerduurste woonwijken van New York aantreft, en ook op gebied van toerisme (
restaurants, hotels ) zit Harlem zeker in de lift. Anderzijds, als je hier door
de straten loopt, kan je u toch niet volledig veilig wanen. Er lopen hier
behoorlijk wat rare figuren rond ( ik vermoed vooral drugsverslaafden ), en de
politie patrouilleert hier in gepantserde wagens. Al moet ik toegeven dat niemand
hier een vinger naar mij of mijn laptoptasje heeft uitgestoken. Maar ik zie er
dan ook uit als een vervaarlijke New Yorker waar niet mee te spotten valt. Uiteraard.
Minder bedreigend en heel wat relaxter gaat het er aan toe
in het zuidelijke gedeelte van Harlem, het gedeelte dat grenst aan het befaamde
Central Park. Hier bezocht ik de indrukwekkende kathedraal Saint John the
Divine. Reeds meer dan honderd jaar is men bezig met de bouw ervan. Maar liefst
40 meter hoog en bijna 100 meter lang is dit bouwwerk, en zelfs voor de
atheïsten onder ons een bezoek meer dan waard. Al is het maar om je te vergapen
aan de reusachtige gekleurde ramen of de indrukwekkende zuilen binnenin.
Waar een mens zich ook aan kan vergapen is aan de knappe
studentinnen die je aantreft op de Columbia University. Deze bekende
universiteit voldoet volledig aan het beeld van de Amerikaanse universiteiten
zoals we die vaak te zien krijgen in de films. Grootse en stijlvolle gebouwen,
mooi verzorgde grasperken, waar je honderden studenten van alles ziet doen,
behalve studeren. Ik zette me even neer op de trappen van de Low Library en
oordeelde dat het aangenaam studeren moet zijn op deze universiteit. Als een
volleerd spion luisterde ik stiekem enkele gesprekken af. Hierop afgaande, heb
ik een flauw vermoeden dat de meeste studenten hier een bewogen studententijd
beleven.
Maar ik mag zelf ook niet klagen natuurlijk. Want nadat ik
een interessant dagje Harlem zonder enig schrammetje had overleefd, wachtte me
gisterenavond nog een boeiende avond in het New Yorkse nachtleven. Niet met Kate,
maar met Sonja, een dame die ik had leren kennen via de eigenares van mijn
appartementje. En een kenner van het nachtleven en de party’s in deze stad.
Misschien vertel ik hier wel meer over in mijn volgende verslag. Nu eerst even bekomen van mijn katertje…