Zaterdag 28 september : New York blijft nog steeds verbazen...



Net als je denkt deze stad een beetje te doorgronden, als je jezelf in volle naïviteit een echte New Yorker begint te wanen, word je hier telkenmale opnieuw ( aangenaam ) verrast. Dat is ongetwijfeld wat deze metropool zo boeiend maakt. Je raakt er nooit op uitgekeken en elke dag ontdek je hier nieuwe, nog leukere plekjes. Zelfs na meerdere bezoeken slaat The Big Apple me dagelijks weer met verstomming.

Neem nu het loopparcours waar ik drie keer per week ga joggen. In één van mijn vorige verslagen maakte ik er al melding van; hoe heerlijk én motiverend het wel is om langs de Hudson te lopen, onder de imposante Williamsburg Bridge door richting midtown Manhattan. Wel, eergisteren ontdekte ik dat dit looppad een heel eind verder loopt en eigenlijk nog een pak spectaculairder is dan ik dacht. Het traject langs de Hudson-rivier reikt immers tot aan Brooklyn Bridge. Dat wil dus zeggen dat je in de ene richting respectievelijk naar Manhattan Bridge en Brooklyn Bridge toeloopt, waarbij je de indrukwekkende skyline van downtown New York ( inclusief Freedom Tower ) voor je ziet opdoemen. Terwijl je in de andere richting recht op midtown NY loopt, met de Chrysler Building en de Empire State in het vizier. Iemand zin om een paar kilometers mee te lopen?  
 
 

Tussen al dat lopen door, waag ik me soms ook wel eens aan een wandeltocht doorheen mijn nieuwe buurt. Tijdens die tochtjes heb ik kunnen merken dat New Yorkers over het algemeen best vriendelijke mensen zijn. Een typische New Yorker is ambitieus, praat snel en luid, werkt hard en feest nog harder, maar is evenmin te beroerd om een spontaan praatje te slaan met een bezoeker van zijn stad. Onderlinge contacten lijken me vaak ietwat oppervlakkig, al zie je de mensen elkaar hier wel steeds hartelijk begroeten. Opvallend, de vriendelijkste New Yorkers die ik tot hiertoe heb ontmoet zijn vooral mannen van middelbare leeftijd. Een echt verklaring heb ik er niet voor. Zo liep ik enkele dagen geleden over de Williamsbrug Bridge toen een jonge kerel met een hond me passeerde. De viervoeter vertoonde nogal vreemde keuren, waarop een man van middelbare leeftijd zich spontaan vrolijk begon te maken over dat beestje, en met mij aan de babbel ging alsof we elkaar al jaren kenden. Toen ik even verderop aan een portier van middelbare leeftijd de weg vroeg naar het dichtstbijzijnde metrostation begon die me ook spontaan en uitgebreid de weg uit te leggen. Hij gaf me hierbij vriendelijke schouderklopjes en daarna een welgemeende handdruk. En zo heb ik wel meerdere spontane, hartelijke ontmoetingen in deze stad, die me toch altijd een beetje verbazen. Ik zie het in pakweg Brussel niet meteen gebeuren.

Halfweg deze bewuste wandeltocht kwam ik in een plaatselijke Mc Donalds terecht, ergens in Brooklyn. Kwestie van mijn calorieënpeil enigszins op niveau te houden. Daar maakte ik me de bemerking dat ik er me opvallend op mijn gemak voelde, ook al was ik de enige blanke in het restaurant. Moest dit mijn eerste bezoek aan NY geweest zijn, had ik me wellicht minder zelfzeker gewaand. Er zijn echter verschillende signalen waaruit je kan opmaken of een buurt al dan niet veilig is, al durf ik ze niet als waarheid verkondigen. Zo zaten er in het restaurant bijvoorbeeld Zuid-Amerikanen, Aziaten, en donkere Zuidafrikanen. Net door die kleurenvariatie, vijftig tinten bruin zeg maar, meende ik te stellen dat deze plek relatief veilig is. Ik werd dan ook door niemand aangekeken of geïntimideerd en voelde me voldoende op mijn gemak om hier aan people watching te doen. Er zaten dan ook een aantal boeiende individu’s rondom mij.

Wat gezegd van de oude zwarte man, met grijs gekruld haar, die schijnbaar op zijn gemak een koffietje dronk, hierbij filosofisch voor zich uitkijkend. Een lieve bompa leek hij wel. Even twijfelde ik om een praatje met hem te slaan, benieuwd als ik was naar zijn verhaal. Maar ik bedacht dat het misschien niet echt gepast was. Opgewekter ging het er aan toe bij de drie Zuid-Amerikaanse vrouwen die het tafeltje achter mij in beslag hadden genomen, tetterend en schreeuwend dat het een lieve lust was. Vrolijkheid ten top op zijn Zuid-Amerikaans. De hipste van de keet was ongetwijfeld de Zuidafrikaan die net het restaurant binnenkwam, met zijn een coole sik en trendy bril, gekleed in een strak vestje. Klaar om even later door te breken in de volgende aflevering van America’s New Idol. Minder hip, maar wel authentiek leek me het  ( vermoedelijk ) Russische koppeltje dat verwikkeld was in een diepe discussie. De man droeg een originele beremuts en met zijn grijze uitgerafelde baard en indringende lichtblauwe ogen leek hij weggelopen uit een exotische cultfilm. Kortom, een ‘bont’ gezelschap. Of hoe een simpel bezoek aan Mc Donalds zelfs een boeiende ervaring kan zijn.
 
 

De dag nadien besloot ik vanuit mijn appartementje in de Lower East Side naar Chinatown en Little Italy te trekken. Allebei boeiende wijken in hartje Manhattan, waar je je toch even in een andere land waant. Ik startte deze boeiende wandeltocht vanaf Williamsburg Bridge richting downtown. Het was toen dat ik het ‘nieuwe’ looppad ontdekte. Stapje per stapje zag ik die indrukwekkende skyline op me afkomen. Samen met de twee indrukwekkende bruggen, Brooklyn en Manhattan, zorgde dit zicht voor geslaagde kliekjes. Voor ik het goed besefte bevond ik me reeds in Chinatown, dat zich trouwens almaar schijnt uit te breiden doorheen de stad. De kern van Chinatown ligt in Mott Street en Pell Street, de twee oudste straten van deze wijk. Hier vind je volop bijzondere restaurantjes en authentieke winkeltjes waar je u tegoed kunt doen aan Chinese specialiteiten. Niet echt mijn ding, wel boeiend om gade te slaan.
 
 

Doe mij dan maar de Italiaanse keuken. En waar kan een mens meer Italiaanse restaurantjes vinden dan in Little Italy! Via Mullberry Street loopt Chinatown naadloos over in een stukje Calabria in New York. Little Italy is dan ook een toeristische trekpleister. Vrijwel nergens in de stad zie je zoveel toeristen rondlopen, hongerig op zoek naar een vrij plaatsje op één van de talrijke terrasjes van de ( authentieke? ) restaurants. Het zorgt voor een levendige maar ook hectische sfeer in deze straten, die reeds meermaals het decor vormden voor bekende maffiafilms. Ook nu wordt Little Italy nog steeds in verband gebracht met de georganiseerde misdaad. En geloof me, er lopen hier heel wat louche figuren rond die meteen kunnen meespelen in de opvolger van The Godfather. Of het toeval was of niet, ook Steve Stevaert liep hier vrolijk rond, al was het deze keer niet in ( gehuurd ) vrouwelijk gezelschap. Maar ik kan de man geen ongelijk geven, het is aangenaam vertoeven in dit stukje Italië, zeker op een warme septemberdag.
 
 

De avond bracht ik echter door tussen echte New Yorkers, in een typisch New Yorkse bar. In het mysterieuze gezelschap van een zekere Kate, die ik via Gods ondoorgrondelijke wegen had leren kennen, trok ik naar Bar Jamon. Een donkere en ietwat luidruchtige bar, waar je buiten mezelf, zelden een toerist zal aantreffen. De levendige tapasbar bevindt zich in één van de zijstraatjes van Union Square en is één van de talrijke hotspots waar locals graag in de avond uithangen. Hier valt het echt op hoe luid New Yorkers praten, wellicht omdat ze stoom moeten aflaten na alweer een stressy werkdag.  Maar ik had er alleszins een boeiende babbel met bovenvermelde deerne. Geboren en getogen in deze stad was zij het ideale gezelschap om mij te vertellen hoe het nu werkelijk is om in deze stad op te groeien en te leven.    

Gisteren besloot ik om naar Harlem te trekken. Met gemengde gevoelens, want het is/was me niet zo duidelijk hoe veilig het werkelijk is om er in je eentje rond te lopen. Maar deze stadswijk, gelegen boven Central Park, heeft me altijd gefascineerd. Heel wat grote muzikanten lanceerden hier hun carrière en ook vandaag nog treden er topartiesten op in het befaamde Apollo-theater. Er zijn trouwens wel meer bezienswaardigheden in Harlem. Zo bevindt zich hier onder meer de grootste gotische kathedraal ter wereld, Saint John the Divine.
 
 

Met mijn laptoptasje iets strakker in de hand geklemd dan normaal, verkende ik eerst enkele woonwijken in het centrum van Harlem, rond 125th Street. Er worden hier heel wat pogingen gedaan om deze wijk op te waarderen. Getuigen hiervan zijn de schitterende brownstone huizen die je hier aantreft. Ik heb me laten vertellen dat je hier zelfs enkele van de allerduurste woonwijken van New York aantreft, en ook op gebied van toerisme ( restaurants, hotels ) zit Harlem zeker in de lift. Anderzijds, als je hier door de straten loopt, kan je u toch niet volledig veilig wanen. Er lopen hier behoorlijk wat rare figuren rond ( ik vermoed vooral drugsverslaafden ), en de politie patrouilleert hier in gepantserde wagens. Al moet ik toegeven dat niemand hier een vinger naar mij of mijn laptoptasje heeft uitgestoken. Maar ik zie er dan ook uit als een vervaarlijke New Yorker waar niet mee te spotten valt. Uiteraard.
 
 

Minder bedreigend en heel wat relaxter gaat het er aan toe in het zuidelijke gedeelte van Harlem, het gedeelte dat grenst aan het befaamde Central Park. Hier bezocht ik de indrukwekkende kathedraal Saint John the Divine. Reeds meer dan honderd jaar is men bezig met de bouw ervan. Maar liefst 40 meter hoog en bijna 100 meter lang is dit bouwwerk, en zelfs voor de atheïsten onder ons een bezoek meer dan waard. Al is het maar om je te vergapen aan de reusachtige gekleurde ramen of de indrukwekkende zuilen binnenin.
 
 

Waar een mens zich ook aan kan vergapen is aan de knappe studentinnen die je aantreft op de Columbia University. Deze bekende universiteit voldoet volledig aan het beeld van de Amerikaanse universiteiten zoals we die vaak te zien krijgen in de films. Grootse en stijlvolle gebouwen, mooi verzorgde grasperken, waar je honderden studenten van alles ziet doen, behalve studeren. Ik zette me even neer op de trappen van de Low Library en oordeelde dat het aangenaam studeren moet zijn op deze universiteit. Als een volleerd spion luisterde ik stiekem enkele gesprekken af. Hierop afgaande, heb ik een flauw vermoeden dat de meeste studenten hier een bewogen studententijd beleven.
 
 

Maar ik mag zelf ook niet klagen natuurlijk. Want nadat ik een interessant dagje Harlem zonder enig schrammetje had overleefd, wachtte me gisterenavond nog een boeiende avond in het New Yorkse nachtleven. Niet met Kate, maar met Sonja, een dame die ik had leren kennen via de eigenares van mijn appartementje. En een kenner van het nachtleven en de party’s in deze stad. Misschien vertel ik hier wel meer over in mijn volgende verslag.  Nu eerst even bekomen van mijn katertje…

Literair Intermezzo IV : Parabel van de oude wijze man en de vlinder...

Ook hier in New York is er geen ontsnappen aan, tijd voor een nieuw literair intermezzo. Het zal sommigen onder jullie bekend in de oren klinken. Voor de anderen verklaar ik me even nader. Reeds meer dan tien jaar vier ik Oudjaar met de vrienden in Mechelen en de traditie wil dat ik dan een speech schrijf. Meestal gaat die speech over de gebeurtenissen van het voorbije jaar. Maar soms, bij gebrek aan inspiratie, of bij gebrek aan gebeurtenissen, durf ik wel eens afwijken van dit principe. Zo schreef ik vorig jaar onderstaande parabel. In een parabel gebruikt de schrijver een fictief beeld waarmee hij poogt een levenswijsheid of levensles uit te drukken. Voor iedereen kan de conclusie verschillend zijn, soms kan ze zelfs veranderen na verloop van tijd. Ik vergelijk het zelf met een ui; onder elke laag bevindt zich nog een laagje.. Benieuwd wat jullie ervan vinden. Zoals steeds, zijn reacties meer dan welkom !




Parabel van de oude, wijze man en de vlinder

 
Nu de zomer was aangebroken, verkoos hij de gekoelde stilte van zijn woonkamer, alwaar de oude, wijze man genoot van een kopje thee. Was het toeval, of was het een verborgen lokroep die hem bereikte via een zachte bries? Iets die dag, maakte dat de oude man zichzelf uit zijn comfortabele zetel hielp en zich langzaam schuifelend richting tuin begaf.

 
Eenmaal buiten, voelde hij hoe de lauwe wind heerlijk door zijn grijze haren blies. De oude man voelde tintelingen op zijn lederen gelaat, die hem deden terugdenken aan zijn kindertijd. Vanaf zijn tuinpad overschouwde hij de weelderige kleurenpracht van de wilde bloemen in zijn tuin. Net als hijzelf, had die zijn beste jaren achter de rug, maar aan charme en nostalgie was er geenszins gebrek.  De oude, wijze man genoot. Een moment van opperste geluk overmande hem, als kwam het zomaar uit de lucht vallen.

 
Terwijl hij elke seconde koesterde, als een oudemanszegen, viel zijn oog op de vlinder, die speels en dartel de bloemen kuste, als een volleerde Casanova . Oogverblindend was hij, met felle rode en gele kleuren, met daarop 2 intens blauwe stippen, die hem aankeken als ware mensenogen. Beide staarden ze de andere aan; de vlinder nieuwsgierig en vol verwachting, de oude man vertederend, vechtend tegen kindertranen, vanwege zoveel schoonheid.

 
'Veel kan ik je niet bieden', sprak de oude, wijze man, 'geld en goed waren nooit mijn drijfveer'. 'Wat me rest', vervolgde hij, 'zijn mijn kennis en mijn wijsheid, die heb ik met al mijn jaren wel vergaard. Die wil ik wel met je delen, alvorens ook zij zullen vervliegen. Aanvaard ze voor wat ze waard zijn, en draag ze mee met je prachtige papieren vleugels…'

 
Aldus vertelde de oude, wijze man over de boeken die hij had gelezen, grote filosofen die hij had bewonderd. Over atomen en ionen, die alles met elkaar verbinden, onzichtbaar voor het oog. Over de domme mensen, die vele oorlogen uitvochten, doch niet leerden uit hun fouten. De oude man sprak over schilders en kunstenaars, die het aardse overstegen, verlangend naar Utopia. Over het ontstaan van sterren en planeten, de verbazingwekkende krachten van de natuur. 'Maar', zo sprak hij tot slot, 'één kracht is nog 1000 keren krachtiger dan alle krachten der natuur. Hij noemde haar de liefde.'

 
Enigszins voldaan, zag de oude, wijze man dat de vlinder al die tijd was blijven zitten, hem aankijkend, als een trouwe vriend, met die felle blauwe ogen op zijn vleugels. Waar ben ik toch mee bezig, bedacht hij bij zichzelf, praten tegen een vlinder, wat ben ik toch een gekke, oude man.  Pas nadat hij zich langzaam terugtrok naar de schaduw, lichtte de vlinder zijn vleugels, om zich te laten meevoeren met de wind.

 
De volgende dag voelde de oude, wijze man zich moe.. De vele jaren hadden hem getekend, niemand ontkomt de tand des tijds. Maar ook al protesteerden zijn oude versleten benen, opnieuw begaf hij zich naar zijn tuin, in de stiekeme hoop nog een keer een glimp van de vlinder te mogen opvangen. Groot was zijn verbazing toen hij niet een, maar twee prachtige exemplaren zag schitteren. Flirtend en speels, scheerden ze rakelings voor hem heen. Zou de vlinder dan toch iets opgestoken hebben van mijn verhaal, bedacht de oude man. En met die gedachte liet hij zich langzaam zakken in het wilde gras, waaruit hij nooit meer zou opstaan.

 
Toen enkele uren nadien, zijn dienstvrouw hem levenloos aantrof in zijn tuin, dacht zij eerst dat hij sliep; zo vredig, zo rustig, met een voldane glimlach op zijn lippen, zoals men die bij de levenden zelden ziet. 'Moge je in vrede rusten, oude wijze man', sprak ze zacht. Met oprechte tranen in haar ogen, zag zij niet hoe net voor haar twee prachtige vlinders, zij aan zij, opvlogen, de wijde horizon tegemoet.


- the end -

People watching in Washington Square Park...

Onder het motto "een schrijver moet vooral plezier beleven aan het schrijven" heb ik me de voorbije week al enkele malen op een bankje gezet, om al mijn bevindingen en indrukken op dat eigenste moment neer te pennen. Literair voyeurisme, bestaat die term al? Het is voorlopig nog niet duidelijk of ik hier achteraf ook echt iets mee ga doen, maar ik wil hierbij alvast een fragment neerposten. Ik zou het waarderen om jullie reacties hierover te ontvangen. Smaakt het naar meer, of is het maar 'lauwflauw'. Please, let me know !



Washington Square Park, NY – Zaterdag 21 september, 15u00 – Warme septemberdag, 25 graden.
 
 

Ik heb me zojuist op een bankje gezet in het midden van Washington Square Park, gezicht gericht op een brandend zonnetje. Het is gezellig druk in het park, dat hoeft niet te verbazen op zo een mooie dag in het weekend. De sfeer is hier uitgelaten levendig, gezellig en toch ook gemoedelijk. Onder de 30 meter hoge indrukwekkende triomfboog speelt een drietallige brassband opzwepende deuntjes, iets verder zingt de opvolger van Bruce Springsteen de ziel uit zijn verouderde lijf. ‘Straight from the heart’ heet zoiets. Tal van andere straatartiesten/kunstenaars geven het plein nog extra kleur, in zoverre dat nog nodig is. Het grootste spektakel op Washington Square zijn immers de vele honderden aanwezigen; gezeten op de houten banken rondom de sprankelende fontein, neerliggend op de uitnodigende grasperkjes, of voorbij flanerend op deze never ending catwalk. Het is de moeite wat een mens hier ziet passeren en niet voor niets wordt dit park in menige brochure omschreven als ‘place to be’ om aan people watching te doen. 
 
 

Onmogelijke opdracht om de variatie aan mensen hier te beschrijven, maar sta me toe een poging te doen, of om er alvast enkele kleurrijke personages uit te pikken. Neem nu de oudere dame die hier al een tijdje naast me zit, rustig de weekendkrant aan het lezen. Een kwieke bomma is het, met een schitterend vergrijsd poedelkapsel met lichtroze tinten, flashy zonnebril op de neus. Gehuld in een fel roze truitje ( was haar kapsel ooit even fel ? ) en een trendy jeans hoopt ze wellicht een halve eeuw jonger te lijken dan ze waarschijnlijk is. In haar ogen zie ik echter de sporen van een hard leven, gelukkig verborgen onder de jeugdige fonkelingen die ze nog steeds uitstralen. Het is duidelijk dat deze oma een zware strijd heeft gestreden, maar er als winnares is uitgekomen.
 
Gelukkig loopt er hier letterlijk en figuurlijk ook wat jonger volk rond, zeg maar de Iphone-generatie. Zonet liep er hier een frisse twintigster in strakke sportoutfit haar rondjes af te leggen. Helaas was ik net te laat met mijn fototoestel om al dat moois te vereeuwigen, al staat haar sexy figuurtje wellicht tot het einde der dagen op mijn netvliezen gebrand. Maar wat dan gezegd van de verleidelijke brunette die een beetje verderop zit, in een kort zwart kleedje, ijverig tippend op de onvermijdelijke smartphone. Haar lange haren dansen lustig mee op het verkwikkende briesje dat voor een welgekomen afkoeling zorgt. Terwijl Bruce Springsteen op de achtergrond zijn hart uitstort in een pakkend lied, kan ik alleen maar vaststellen dat de brunette slechts één van de zovele schoonheden is in het park. Wat is het toch met deze stad, dat zij als een zodanige reuzenmagneet schijnt te werken op al wat mooi en hip is? Alsook op een bescheiden wanna-be schrijver uit België.
 

Ja, en hoe zit dat daar dan met de mannen, hoor ik een vrouwelijke lezer terecht opmerken. Wel, die lopen hier ook rond, maar minder talrijk, minder opvallend. Ik vermoed dat ze zich momenteel allemaal in het zweet werken in de gym, of anders volgen ze wellicht een football-wedstrijd op TV in één van de vele sportbars in de buurt. Wél aanwezig is een hippe Aziatische gothic punker, die hier net als een schim aan mij passeerde en qua excentriciteit wel de top slaat. Gehuld in een blinkend zwart pak, leren broek versierd met weinig uitnodigende metalen kettingen, nog meer zilverwerk rond zijn hals. Nog opvallender zijn de roodgeverfde dreadlocks die als een fallussymbool boven zijn hoofddeksel op toornen. Bon, het type kerel/vampier dat je liever niet tegenkomt ’s nachts in een verlaten steegje.

 Misschien zullen de vrouwen meer interesse hebben voor de stoere kerel die een beetje verderop zit te pronken met zijn indrukwekkend ontbloot bovenlijf. En ik die dacht dat ik niet slecht bezig was met mijn 30km lopen per week, en mijn dagelijkse serie push-ups. Als een passerende oudere man met een jongedame, ik hoop zijn dochter, spontaan aan onze held zijn spierballen begint te voelen, doet Rambo daar niet moeilijk over. Ook als er vervolgens een foto genomen wordt, schijnt hem dat niet te deren. Misschien is hij wel een deel van de straatattracties? Vermoedelijk zijn het deze korte momenten van roem en glorie waarvoor onze held zich dagelijks in de club als een beest zit af te beulen.
 
 

Mijn aandacht is alweer snel afgeleid als een mooie jonge dame zich naast mij op het bankje komt zetten, boek in de hand. Ze ziet er best aardig uit, dus begin ik spontaan een gesprek met haar. Zo gaat dat nu eenmaal in New York. Ik vraag haar wat ik mezelf nu al de hele tijd afvraag; waarom zijn deze plaats en de stad in het algemeen, toch zo een trekpleister voor vrouwelijk schoon. En kijk, spontaan begint ze haar verhaal te vertellen. Blijkbaar vertellen de mensen hier wel graag over zichzelf, vooral als ik hen vertel dat ik schrijver ben. De ‘wanna-be’ laat ik dan even achterwege, uit tactische overwegingen. Opportunisme is onontbeerlijk in The Big Apple!
 
De jonge deerne noemt Hannah en komt uit Duitsland. Ze werkt als kindermeisje in Brooklyn. Voordien heeft ze als nanny in Californië gewerkt, maar daar klikte het minder goed met haar gastgezin. Tja, niet elke Amerikaan en Duitser komen zo goed overeen als Obama en Merkel. Aan de westkust vond ze de sfeer wel aangenamer dan hier, het was er relaxter om te wonen, de mensen waren er vriendelijker. Hier in New York voelt ze zich vaak alleen, het is er moeilijker om vrienden te maken. Het klinkt herkenbaar. Ik bevestig haar dat het als buitenstaander inderdaad moeilijk is om hier nieuwe mensen te leren kennen. Wellicht omdat iedereen hier te druk bezig is met zijn eigen leventje. Om de flat te kunnen betalen werken de meesten al gauw tot 60 uren per week, de overige uren zijn ze bezig met hun lichaam. Als ik haar dan vraag wat maakt dat toch zovelen hierheen trekken, volgt het voorspelbare antwoord. De vele mogelijkheden die New York biedt, het feit dat hier elke dag wel iets te beleven valt. Alsook de ( minieme ) kans om hier ‘ontdekt’ te worden. Ik spreek haar niet tegen.

Ik dank Hannah vervolgens voor het openhartige gesprek. Slechts 18 is ze, een leuke dame die probeert haar weg te vinden in deze immense stad. Ik vraag me af hoe het haar zal vergaan. Ze lijkt me echter pienter genoeg, ze heeft de looks en de brains, wellicht komt het wel goed met deze dame. Alvorens Washington Square te verlaten is het onmogelijk om niet te passeren langs de funky brassband, die inmiddels zowat het halve plein in vuur en vlam heeft gezet. Schitterend waartoe twee saxofoons en een drumstel, en vooral drie begenadigde muzikanten, in staat zijn. Zelfs ondergetekende kan nauwelijks enkele ritmische shakes onderdrukken. Al houterig dansend verlaat ik het plein op weg naar een andere locatie om mijn voyeuristische strooptocht verder te zetten. Op naar het immer hectische Union Square. 
 
 


Verslag van eerste weekje New York...



Donderdagmiddag, 19 september; ik bevind me momenteel in East River Park, één van mijn nieuwe favoriete plekjes in New York, op een tiental minuutjes wandelen van mijn appartementje. Er zijn verschillende reden waarom dit park zich in mijn top drie van hotspots heeft kunnen wringen. Eerst en vooral is het de locatie waar ik drie keer per week mijn kilometers kom lopen. Gelegen aan de behoorlijk impressionante Williamsbrug Bridge volg je hier al joggend de Hudson-rivier richting centrum NY en loop je bij wijze van spreken recht op de Empire State Building af. Er zijn ongetwijfeld saaiere plekjes om je calorieën te verbranden. Bovendien word je hier nog eens extra gestimuleerd door het grote aantal joggers, vaak van het vrouwelijke geslacht. Die maken dat een mens spontaan een tandje bijsteekt. Ik denk dan ook dat ik nog nooit zo snel gelopen heb als de voorbije week.



Mijn joggingritueel voorzie ik meestal in de vooravond. Dan is de temperatuur ideaal, de hitte van de dag is dan verdwenen, maar er blaast meestal nog wel een zwoel briesje. Blijkbaar ben ik niet de enige die er zo over denkt. Want nu ik me hier net met een warme koffie heb genesteld op een warme donderdagmiddag, is het hier heel wat rustiger. Behalve dan de politiehelikopter die hier nu al een half uur boven de brug cirkelt. (voorbijgangers vermoeden dat er iemand van de brug is gesprongen) Ik hou van deze plek om dezelfde reden waarom ik Central Park of Bryant Park zo geweldig vind; het zijn van die verrassend rustige plekjes, op wandelafstand van het centrum van één van de drukste steden ter wereld, waar je toch het gevoel hebt dat je er gezonde lucht kan inademen. Het zicht op de brug en de fraai ogende vrouwelijke joggers is hierbij handig meegenomen.

Nu wat schoon volk betreft, ik denk dat het moeilijk zal worden om gisterenavond te overtreffen. Waar anders dan in Bryant Park kwam ik zowat 1000 paar ogen te kort om het vrouwelijke schoon te bewonderen. Dat ging als volgt… In de namiddag was ik rustig aan het schrijven in het park, gezeten op een handig stoeltje, Ice-tea bij de hand, kortom het harde leven van een schrijver. Tot er plots een agent ten tonele kwam, die de menigte opdroeg om het park te verlaten. Ik schat dat er op dat moment een driehonderd personen zaten of lagen te genieten van het zonnetje, en niemand die wist waarom het park plots moest ontruimd worden. Langs de zijkant van het park waren plots heel wat mensen in de weer met het installeren van een geluidsinstallatie en het aanbrengen van tafels, eten en drinken, enz… Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld en toen ik één van die mensen vroeg wat er te gebeuren stond, zei die iets over een grote picknick die er vanavond zou plaatsvinden.


Diezelfde avond ben ik opnieuw naar het park gegaan, benieuwd als ik was voor welke picknick ik vroegtijdig mijn schrijfsessie had moeten onderbreken. Zei ik in mijn vorige verslag nog dat de fantasie meestal de werkelijkheid overtreft, dan was het nu net omgekeerd! Duizenden mensen, één voor één volledig in het wit gekleed, hadden het park in beslag genomen. Een reusachtige picknick-happening was het, inclusief een enthousiaste dj die de witte massa moeiteloos aan het dansen kreeg. Een feestje op maat van de stad dus, waar ik helaas geen deel van uitmaakte. Maar zelfs als toeschouwer was het de moeite. Het leek alsof er alleen maar fotomodellen waren uitgenodigd op dit feestje en ik kan me niet herinneren dat ik ooit al zoveel mooi volk op één en dezelfde plaats heb mogen aanschouwen. De sfeer zat er dan ook duidelijk in, er werd aardig wat wijn gedronken, witte vermoed ik. En de galakleedjes en strakke rokjes die de meeste Victoria Beckham lookalikes voor de gelegenheid hadden aangetrokken, waren kort en euh… nogal wit.


 
Achteraf vernam ik dat het hier een zeker ‘Diner en Blanc’-feestje betrof. Een ietwat exclusief concept dat ontstaan is in Frankrijk maar zich nu verspreidt over de ganse wereld. De locatie wordt steeds angstvallig geheim gehouden, maar situeert zich wel altijd op een bijzondere plek in één of andere wereldstad. Drank en eten worden voorzien maar je wordt wel verondersteld om zelf een stoeltje mee te brengen. En oh ja, je komt er enkel in op uitnodiging! Het moet immers exclusief blijven voor deze menigte van 1000-en deelnemers. Wellicht helpt een dikke portefeuille ook wel een handje. Maar dat het concept succesvol is, staat buiten kijf. Dit is New York ten top!

Nu, voor ieder van jullie zich begint af te vragen wat jullie eigenlijk nog in dat regenachtige België zitten te doen, het is hier natuurlijk niet elke dag feest. Enfin, het is hier wel elke dag feest, maar niet voor ondergetekende. De eerlijkheid gebiedt me immers om te zeggen dat ik mijn overige dagen in New York tot hiertoe eerder rustig heb doorgebracht. Het is voor mij nog steeds een beetje zoeken naar een goed evenwicht tussen het schrijven en toch ook zoveel mogelijk zien en beleven in de stad. Liefst van al probeer ik beide zaken te combineren, zoals nu. Terwijl ik dit verslag schrijf geniet ik  ondertussen ook van het mooie uitzicht en het zonneke. Anderzijds zijn de gewone dagelijkse beslommeringen zoals boodschappen doen, een wandelingske maken of een beetje sporten, hier natuurlijk al een belevenis op zich. Je moet hier maar eens naar de winkel gaan, en proberen de nodige ingrediënten te vinden om zelf een verse en gezonde maaltijd in elkaar te flansen. Ik beloof het, dat is avontuur...
 
 

Mijn avonden breng ik soms gewoon op mijn appartement door, met lezen en/of schrijven. Maar ik ben ook al een paar keer de lokale bars gaan vereren met een bezoekje. Uiteraard. Daarvoor is mijn buurt trouwens wel the place to be, want in de Lower East Side krioelt het van leuke en gezellige bars die tot in de vroege uurtjes openblijven. De sfeer is er meestal relaxt en ongedwongen. Je ziet hier ook alle soorten van mensen; van alternatieve Kaukasiërs tot hippe Aziaten, van stoere koele Afrikanen tot minder stoere doch vrolijke Zuid-Amerikanen. Een fijne mengelmoes die bijdraagt aan de charme van dit authentieke stukje New York. Zo kwam ik eergisteren in een leuke bar terecht waar er in de kelder elke dag live muziekoptredens plaatsvinden. Ik zag er twee hiphop-bandjes spelen en hoewel ik niet echt een kenner ben, was ik wel aangenaam verrast. Een zoveelste bewijs van de broeihaard aan talent die New York wel degelijk is!

Qua sociale contacten is het voorlopig nog rustig. Ik heb nog geen Francaise  aan de haak geslagen, en slaag er voorlopig ook nog net in om de knappe vrouwelijke joggers niet lastig te vallen. En nee, dat is niet omdat ik ze niet kan volgen! Integendeel, met de conditie gaat het prima. Maandag heb ik nog even opgetrokken met de eigenares van mij appartementje, die me wat wegwijs maakte in de onmiddellijke omgeving. Zijzelf is een freelance journaliste, die nu overweegt om naar Los Angeles te trekken. Op haar CV staan interviews met o.a. Bill Clinton, Mick Jagger en Madonna. Maar aan haar appartementje te zien, is ze er voorlopig nog niet echt rijk van geworden. Alhoewel dat je zelfs voor een bescheiden flat als deze al gauw 3000 dollar per maand betaalt! Maar verder blijft het dus wachten op boeiende ontmoetingen. En als ik zie wat er hier ondertussen allemaal voorbijloopt, dan wordt het wel eens tijd om er werk van te maken.
 
 

Trouwens, het moet gezegd, New York is wel een stad van én voor vrijgezellen. Het feit dat series als ‘Friends’ en ‘Sex in the City’, series over vrijgezellen dus, plaatsvinden in The Big Apple is echt niet toevallig. Ik hoorde onlangs dat er in deze stad zelfs meer vrijgezelle vrouwen zijn dan mannen. Wellicht allemaal ambitieuze modellen die hier hopen op hun grote doorbraak. Maar hoe de dating scene hier juist in elkaar zit, daar ben ik voorlopig nog niet achter gekomen. Dat uiterlijk hier wel een voorname rol speelt, valt wellicht niet te verbazen. Feit dat zowat de halve stad hier fanatiek aan het lopen gaat, of zich in de fitness clubs in het zweet werkt, is veelzeggend. De andere helft heeft die strijd vermoedelijk opgegeven om aldus de statistieken van Amerikanen met overgewicht in stand te houden. Het is alvast mijn ambitie om niet in die tweede groep te belanden tegen het einde van deze reis. Want heb ik jullie al verteld dat ik binnen een goeie maand naar Guatemala trek? Oeps, sorry !!


Grtz from NY !

Op een zomerse zondagnamiddag in Bryant Park, New York...


 
 

Zondagnamiddag 15 september, 17u15, New York. Ik heb me net geïnstalleerd in een  comfortabel stoeltje, gekoelde thee binnen handbereik, op één van mijn favoriete plekjes in de stad, Bryant Park. Ik geniet nog heel even van de laatste zonnestralen die boven de omliggende wolkenkrabbers heen reiken. Binnen enkele ogenblikken zal het park in  schaduw worden ondergedompeld. Maar erg is dat niet, het is immers aangenaam warm buiten. September geldt voor de meeste New Yorkers dan ook als de aangenaamste maand van het jaar. In juli en augustus is het hier veel te warm en is de hitte vaak ondraaglijk. Vanaf oktober schakelt The Big Apple vervolgens over naar het winterklimaat, gelukkig slechts heel geleidelijk aan. Het hoeft dus niet te verbazen dat de meeste klapstoeltjes in Bryant Park op dit moment bezet zijn.
 
Ondanks de vele aanwezigen, is het sfeervolle park, gelegen aan de majestueuze New York Public Library, een oase van rust. En dit midden in deze hectische stad. De sfeer is hier opvallend relax, gemoedelijk zelfs. Sommigen lezen rustig hun krant of een boek, anderen schrijven vlijtig iets neer op papier of laptop, vermoeide feestvierders liggen uitgerekt op het gras en de rest brengt hier de namiddag al gezellig keuvelend door. Je hoort hier nauwelijks sirenes van brandweerwagens of ambulances, geen getier of luidruchtig rumoer. Zoals steeds is Bryant Park gehuld in sereniteit, alsof hier een onuitgesproken overeenkomst geldt onder de bezoekers. Een stukje magie op enkele passen van Broadway en het schreeuwerige Times Square, waar je onwetend aan zou voorbijlopen, als je even niet oplet. In dit park waan ik me graag een echte New Yorker. Al weet ik natuurlijk wel beter..
 
Hier, op deze bijzondere plek, op dit eigenste moment, probeer ik erachter te komen wat het nu precies is dat me zo aanspreekt in deze stad. Wat maakt dat ik nu voor de vijfde keer in mijn leven in New York ben verzeild geraakt, terwijl ik nauwelijks een goeie week geleden nog evenzeer genoot van een bescheiden vissersstadje in Normandië? Van mijn eerste bezoek aan New York, herinner ik me vooral hoe ik me met open mond vergaapte aan de indrukwekkende wolkenkrabbers. De Twin Towers overheersten toen nog de skyline. Ook de gejaagdheid van de stad is me van dat eerste bezoek bijgebleven. Alles gaat hier snel en sneller, elke minuut moet hier besteed worden als was het een uur. Meer dan waar ook geldt in The Big Apple het motto ‘Time is Money’. Toch ben ik ervan overtuigd dat je het ‘echte’ New York pas leert kennen als je even kunt ontsnappen aan het helse ritme van de stad, als je de verwondering voor de wolkenkrabbers en de artificiële sfeer van Times Square achter je kunt laten. Dan pas komt deze metropool volledig tot zijn recht. Plots schiet me een verre jeugdherinnering binnen.
 
 


Ik was 15 jaar, nog net een jaartje te jong om uit te gaan, al dacht ik daar zelf anders over uiteraard.  Vanuit mijn bed kon ik in vlagen de muziek horen van een fuif die in het dorp plaatshad. De hele nacht lag ik te luisteren naar die opzwepende woorden van de dj, de bonkende beats, het gewoel van mensen die plezier maakten. Op dat moment wou ik niets liever dan op die fuif zijn. In mijn verbeelding speelden er zich spectaculaire taferelen af, alsof eenieder daar ongetwijfeld de nacht van zijn leven beleefde. En al die pret ging genadeloos aan mij voorbij. Pas toen de muziek vele uren later was uitgedoofd, zou ik die nacht de slaap kunnen vatten.
 
Een jaar later, was ik wél oud genoeg om naar de fuif te gaan. De eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat ik me er nog nauwelijks iets van herinner. Ik vermoed dat de fuif op zich best  gezellig was geweest, wellicht heb ik er veel pintjes gedronken en één of meerdere blauwtjes gelopen. Maar ik weet wél zeker dat de fuif nooit zo goed kan geweest zijn dan zoals ik ze me had ingebeeld het jaar voordien. Weliswaar waren de beats even opzwepend, de dj zo mogelijk nog enthousiaster en de massa uitgelaten, maar toen ik het op mijn 15e allemaal inbeeldde, leek het toch nét dat ietsje meer.

Het is niet toevallig dat nu, hier op deze bijzondere locatie, betreffende herinnering komt bovendrijven. In mijn verdere leven zou ik dit gevoel wel meer ervaren; dat de dingen altijd leuker zijn in je fantasie dan in het werkelijke leven. Dat de leukste feestjes altijd diegenen zijn waar jij net niet kan bijzijn. Dat je favoriete voetbalploeg de beste match van het jaar speelt, net die dag dat je naar een trouwfeest moest. Het is wellicht het verhaal van het gras dat toch altijd een beetje groener is aan de overkant. Tot als je door één of ander toeval aan de overzijde raakt, en merkt dat het er bruine stippen verhuld zitten onder dat blinkende grasperkje.
 
Zo was het ook toen ik op mijn 27e in Mechelen kwam wonen. Na mijn jeugdige leven in een ietwat saai plattelandsdorpje, zou ik eindelijk in de stad gaan wonen. Daar speelde zich ongetwijfeld het echte leven af. Er zou zeker en vast meer te beleven zijn dan in het ingeslapen Kapelle-op-den-Bos.  En zo was het ook, ik heb 11 heerlijke jaren in Mechelen doorgebracht en sluit zeker niet uit dat ik er ooit opnieuw mijn opwachting maak. Maar, een wereldstad is Mechelen nu ook weer niet. Natuurlijk zijn er leuke cafeetjes, een aantal boeiende culturele happenings, mooie historische gebouwen en een aangename provinciale stadssfeer. Maar tot spijt van wie het benijdt, echt ‘hip’ kan je de stad van Bart Somers niet noemen. Dan moet je toch minstens in Antwerpen of Brussel wonen, niet? Of zou een mens na 5 jaartjes wonen in ‘de echte stad’, toch ook de bedenking maken dat het allemaal wel super is, maar toch net dat tikkeltje minder dan wat je vooraf had gedacht?
 
Zo komen we terug bij New York, bij Bryant Park en bij de reden waarom ik opnieuw in deze stad vertoef. Als je in The Big Apple rondloopt, dan wéét je dat je in dé stad der steden bent; hipper, groter, indrukwekkender, levendiger kan het vanaf dan niet meer worden. Hoe druk en hectisch deze stad ook mogen wezen, er overvalt me hier een contradictorisch gevoel van rust. De wetenschap dat je eindelijk bent aanbeland in het epicentrum der metropolen, dé plek op aarde waar het allemaal écht gebeurt, maakt dat je niet langer kijkt naar het grasperkje aan de overkant.
 



Is deze stad dan werkelijk het paradijs op aarde, het ware mekka van menselijk geluk? Blinkt het goud hier in de straten even fel als de neon verlichting op Times Square? Uiteraard niet! Maar de stad van de Empire State Building is wél een magische plek waar alles mogelijk is, waar stoute dromen en glitterende illusies kunnen uitkomen, New York is de belichaming en thuishaven van The Real American Dream. Het is niet toevallig dat deze stad al meer dan een eeuw duizenden ambitieuze creatievelingen aantrekt en nog een veelvoud hiervan aan exotische immigranten hopend en overtuigd om hier een betere toekomst te vinden. Voor de overgrote meerderheid van hen zal dit sprookje eindigen in een desillusie van formaat. Maar het gevoel dat het hier wél allemaal mogelijk is, dat kan je nergens mee vergelijken!
 
De realiteit van New York is volgens mij dat het een stad is van contrasten en tegenstrijdigheden. Nergens ter wereld zijn woonplaatsen zo duur als in Manhattan - je betaalt hier al gauw 4000 dollar per maand voor een kleine studio. Maar tussen deze superdure appartementen en luxueuze loftgebouwen voor the happy few zie je talloze daklozen en drugsverslaafden ronddwalen. Het trendy volkje dat je hier door de verschillende wijken ziet paraderen woont meestal in bescheiden, minuscule flatjes, vaak met velen op elkaar gepakt. Ze wonen dan wel in het hippe New York, maar hun piepkleine appartementjes in vervallen gebouwen en met afgeleefd interieur spreken niet echt tot de verbeelding. Nergens is de kans zo reëel dat je de grootste sterren ter wereld, acteurs, modellen, financiële goeroes aantreft dan in New York. Maar voor elke aardeling die hier slaagt, zijn er duizenden anderen wiens ambitie hier fataal op de klippen loopt. Zij zullen zich uiteindelijk moeten tevreden stellen met een baantje als serveerster of taxichauffeur, wachtend op hun grote doorbraak. Ook al is deze stad een waanzinnige broeihaard van talent, evenzeer ben ik ervan overtuigd dat nergens ter wereld zoveel talent verloren gaat dan hier.
 
En toch is New York zo fantastisch! In de schaduw van de grote wolkenkrabbers bevinden zich sfeervolle woonwijken zoals het artistieke Greenwich Village en de levendige Lower East Side. Talrijke leuke barretjes en eigenzinnige restaurantjes, waar het heerlijk vertoeven is. Op een zonnige zondag wordt je plots verrast door een gratis concert in Madison Square Park en slaat de massa onverstoord aan het dansen. Het is de stad waar iedereen zichzelf hip waant en geen kat die er zich aan stoort. Hip zijn staat hier gelijk aan zichzelf zijn, wat van deze stad wellicht het beste terras ter wereld maakt om aan people watching te doen. En als je even wil ontsnappen aan de waanzinnige drukte van 5th Avenue, sla je willekeurig een straat in en beland je plots in  een heerlijk, rustig stadspark. Of je loopt langs Brooklyn Heights vanwaar je een fenomenaal uitzicht hebt op de skyline. Eveneens is het fantastisch vertoeven langs de East River Side met indrukwekkend zicht op Williamsbridge, of natuurlijk in de groene long van de stad, het befaamde en immer levendige Central Parc.
 
Voor mij is dat de leukste manier om New York te ontdekken. Gewoon rustig doorheen de straten kuieren, je laten leiden door het toeval, en zo plekjes te ontdekken die mogelijk niet eens in de toeristische gidsen staan vermeld. Uiteraard zijn er de nodige ‘must-see’s’; ik denk hierbij aan de indrukwekkende musea zoals het Metropolitan of Guggenheim, befaamde wolkenkrabbers als de Empire en de Chrysler Building, het Vrijheidsbeeld en Wall Street. Maar neem zeker ook de tijd om eens een ganse zonnige namiddag rond te hangen in Central Parc, of om bij schemering een leuk rustig plekje op te zoeken om de skyline te bewonderen. Of ga gewoon met een goed boek in Bryant Park zitten. Ik beloof je dat het één van de hoogtepunten wordt van de reis!

 
 

PS: Voor zij die ondertussen zin hebben gekregen in een bezoekje, ik ben hier nog tot 14 oktober! Een eerste echt reisverslag vanuit The Big apple volgt trouwens één van de volgende dagen.

Van Honfleur naar Londerzeel... Et alors ? New York !!!

 





Maandagmorgen was het mooie havenstadje Honfleur in diepe rouw. De hemelsluizen kregen een duivels kantje, want het water viel in apocalyptische hoeveelheden uit de dreigende grijze donderwolken. Alsof de Seine op de daken neerviel. Niet echt de omstandigheden waarin ik mijn Normandisch avontuur hoopte af te sluiten, maar het was niet anders... Want na een maandje Honfleur was het tijdstip aangebroken om de eerste etappe van mijn nieuwe reisavontuur af te sluiten. Terwijl ik doorweekt van de regen en met een bang hartje de indrukwekkende Pont de Normandie overreed, hoorde ik in de verte reeds de lokroep van mijn volgende bestemming.

Na mijn heerlijke road trip doorheen Normandië ( zie vorig verslag ) is mijn laatste weekje Honfleur vrij rustig verlopen. Zoals ik me had voorgenomen heb ik flink geschreven, en nog een laatste keertje naar het nabijgelegen strand getrokken, alwaar me ditmaal helaas geen knappe Française lag op te wachten. Maar een beetje eenzaamheid schijnt het lot te zijn van menig schrijver, een gedachte waarmee ik me kan verzoenen. Eén en ander heeft me niet belet om nog volop van deze laatste week te genieten. Meermaals keek ik uit mijn raam om het schitterende uitzicht nog maar eens te bewonderen, me er hierbij van bewust hoezeer ik het wel had getroffen met de unieke locatie van mijn studio.

Dit was tevens het moment om terug te blikken op mijn maandje Honfleur. En ik kan overtuigd stellen dat het voor mij een geslaagde ervaring is geweest. Ik kende het stadje totaal niet toen ik hier vier weken geleden toekwam en had me er bewust nauwelijks een beeld van gevormd noch bepaalde verwachtingen vooropgesteld. Ik verkies immers om de zaken gewoon op me te laten afkomen, erop vertrouwend dat 'tout finira par s'arranger..'. En ook al heb ik me regelmatig eens gestoord aan de vele toeristen ( vooral in augustus ) en aan de onpersoonlijke bediening op de nochtans gezellige terrasjes rondom Le Vieux Bassin, het was toch met enige spijt in het hart dat ik maandagmorgen Honfleur de rug moest toekeren.

Hoogtepunt van de voorbije maand was in ieder geval mijn road trip doorheen Cotentin, zeg maar het uitsteeksel van Normandië. Verrassend en fascinerend qua natuur en landschappen en absoluut een aanrader voor mensen die houden van rustige baantjes tussen bergen en heuvels, afgewisseld met indrukwekkende zichten op zee. Maar ook met een historische kantje, ik denk hierbij aan de stranden van de landing van de geallieerden, boeiende steden en idyllische plekjes als Saint-Mont-Michel. Voor wie er eens een weekje uit wil met de wagen, en zoekt naar een bestemming die niet te veraf ligt, is Normandië dé ideale bestemming.

Verder was ik uiteraard gecharmeerd door het mooie Honfleur zelf, met zijn pittoreske ambachtelijke huisjes, het feeërieke Le Vieux Bassin, de indrukwekkende Pont de Normandie, en last but not least, de monding van de Seine in zee. Een gevarieerde cocktail met voor elk wat wils, die nog beter smaakt als hij heeft kunnen chambreren. De ware charme van dit havenstadje laat zich immers slechts druppelsgewijs ontdekken. En na een tweetal weken begon ik hier ook werkelijk een 'thuisgevoel' te krijgen. Misschien had dat ook wel een heel klein beetje te maken met een ander hoogtepunt van de voorbije maand, de knappe Française. Al gebiedt de eerlijkheid me wel om te bekennen dat ik hier verder bitter weinig sociale contacten heb kunnen opbouwen; klein smet op een verder vlekkeloos parcours.

Maar ik kan dus wel afsluiten met een positief gevoel en meen dat mijn verblijf hier me ook heeft kunnen inspireren in het schrijven. Ik heb het hierbij niet enkel over jullie nieuwe held Godfreud Van Kookvocht, ik ben hier vooral behoorlijk opgeschoten met mijn nieuwe novelle en heb daarnaast nog een aantal ideeën kunnen opdoen voor andere schrijfprojecten. Anderzijds besef ik dat ik nog wel een tandje zal moeten bijsteken, nog meer zelfdiscipline aan de dag zal moeten leggen, om resultaat te behalen. Nobody said it would be easy.

De vraag is dan nog maar of ik die zelfdiscipline zal kunnen aanhouden op mijn volgende bestemming; dé stad der steden, het nimmer vervelende New York! Van Honfleur naar New York, qua contrast kan het tellen, maar voor ondergetekende is het slechts een kleine stap. Vrijdag de dertiende vlieg ik richting Manhattan, waar ik gedurende een maand mijn eigen studio zal betrekken, in de Lower East Side ( nabij Brooklyn Bridge ). Benieuwd welke avonturen me daar te wachten staan. Het voornemen is alvast om er nog meer te schrijven en een maandje te leven als een 'echte' New Yorker. Inclusief joggen in Central Parc! Voor zij die interesse hebben om zelf deel uit te maken van het avontuur, er is nog plaats in mijn studio.. En de anderen kunnen alles uiteraard meebeleven vanuit hun luie zetel via dit blog. Ik zou zeggen; 'fasten your seatbelt' !

Ik herhaal tot slot nog een keertje dat jullie reacties op dit blog van harte welkom zijn! Dat hoeven zeker niet noodzakelijk lofbetuigingen te zijn! Het benieuwt me echt wat jullie van mijn blog vinden, dus alle kritiek wordt op prijs gesteld. Thanks en tot in The Big Apple !!!




Literair Intermezzo III : Een streepje poëzie uit Honfleur...

Als tegengewicht voor de absurde avonturen van Godfreud Van Kookvocht, laat ik me deze keer van mijn gevoelige kant zien. Een bescheiden poging tot poëzie, geïnspireerd door het mooie zicht van de Seine die hier in zee vloeit. Het is een kort gedicht, maar neem er a.u.b. heel even de tijd voor. Het is met liefde voor het landschap geschreven..



----------------
 
 


Op een houten bank...

 
 

 

 
Ik zit op een bank en kijk om me heen. Soms star voor me uit, alsof ik iets zie. Dan ietwat dralend, als ik stiekem dagdroom.
 
 
 
Voor mij ligt een pad, waarop mensen lopen. Sommigen lachen vrolijk, vaak zijn de vrolijken mooi. Mooi omdat ze vrolijk zijn, soms ook andersom. Lachend negeren ze me.
 
 
 
Achter het pad stroomt een rivier. De Seine mondt hier uit in zee. Links monding en zee, rechts een bron die ik niet zie. Van stuur- naar bakboord draagt de rivier het water. Onvermoeibaar.
 
 
 
Langsheen de rivier kruisen twee schepen. Geruisloos glijdend, pompeuze reuzen van staal. Elk zijn kant uit, ieder voor zich. De monding als begin en einde.
 
 
 
Over het water een stad die niet aanspreekt. Te ver om te bekoren, draagt de wind haar lokroep niet. Verborgen blijft wat de stad zo graag onthullen wil.
 
 
 
Op een houten bank zie ik hoe schepen stippen worden, en kijk vrolijk om me heen. Glijdend onthult zich hier leven, voor elkeen die het maar wil zien. Elke dag opnieuw.
 
 
 
 
 
-----------------
 
 
 
 
 
 
 
 


Literair Intermezzo II bisbis : Godfreud Van Kookvocht - deel 3

Ik heb inmiddels gemerkt dat er niet zoveel fans zijn van mijn goede vriend Godfreud Van Kookvocht, desalniettemin presenteer ik hierbij deel III. Aan de gevoelige lezers meld ik alvast dat het onbeschofte taalgebruik en de mogelijk discriminerende insinuaties verder zullen escaleren, dus u bent niet verplicht om dit te lezen ! Ik hoop alleen op ieders gezond verstand om het onderscheid te maken tussen de fictie van de intermezzo's en de ietwat deftigere reisverslagen. Anyway, aan de weinige echte Godfreud-fans, veel leesplezier, en jullie feedback en reacties blijven uitermate welkom!



Maar Godfreud had de vraag uiteraard niet zomaar gesteld, noch had hij verwacht dat zijn enige onechte nazaat het estafettelopen voor infantiele wezen met gedragsstoornissen zou opgeven voor de nobele taak van het bewaken van de Europese soevereiniteit, inclusief het afslachten van al het gespuis dat daarbuiten op deze aardschijf rondliep. Het zou hem trouwens in vocht gedroogde worst wezen wie hem na zijn dood zou opvolgen. ‘Na mij de chaos’, was slechts één van de vele bedenkingen die hem ooit spontaan was komen binnen te vallen tijdens het aanschouwen van zijn vensterloze raam, of was het een raamloos venster. Bovendien was de zich ongenaakbaar wanende vorst met een passie voor previsionaire filatelie nog niet zinnens om zijn tirannieke leiderschap de komende decennia over te dragen aan één of ander lamentabel gedrocht van het negende knoopsgat. Aldus sloeg Godfreud zijn makke tafelgenoot een tweede keer flagrant op het smoelwerk, deze keer met zijn rechter. Ondanks zijn zachte inborst - diep in Godfreud schuilde immers nog steeds de onzekere puber, die door zijn ouders verplicht werd om balletles te volgen, terwijl zijn vriendjes reeds schaamteloos allochtone hangjongeren ophingen - voelde hij steeds weer die dwangmatige behoefte om zijn woorden op een bescheiden manier kracht bij te zetten. ‘Een beeld zegt meer dan 1000 woorden’, het was nog eentje van zijn zo talrijke ingevingen.
 
Doordat diens neusbeen er langs de pupil van zijn linkeroog uitkwam, kon L’Eau Rent niet langer genieten van het zelf gebraficeerde protje dat hij zonet de wereld had ingestuurd. Ook zijn gehoor werd nu enigszins beperkt, waardoor hij  de moeilijke greepletters die zich in zijn tagetoekelde pan hersenen ontrafelden, door elkaar begon te ruiken. L’Eau Rent vroeg zich zwijgstillend af of dit geen abstokel zou vormen voor de interraciale  esfattettenwedstrijd van vorige week. Ook zijn zin voor chronologie leek inmiddels aangetast. De tweede mokerslag had hem toch iets of wat uit zijn lood geslagen en bleef aldus niet zonder impact. L’Eau Rent trachtte alsnog zijn uit zijn linkeroog sijpelende angstzweet te verbergen, waartoe hij een fikse hap nam van de in maïzena geblancheerde augurk. Het was toen reeds bekend dat geblancheerde augurken de neiging tot angstzweten behoorlijk de kop indrukten, al verkoos zijn moeder een eigen sapje in plaats van de maïzena voor het proces der blanchering ervan. Nog voor hij enig woord kon uitbrengen, ontbrak Godfreud zijn vadsige stiefzoon reeds in zijn talmende antwoord. Met een akoestische basstem waarbij menig tenor zich een castraat zou wanen bulderde Godfried zijn immobiele huishoudster toe om zich met haar lamme lenden vliegensvlug tot hier te begeven.

Los van de goedbedoelde vuistslagen, was de vraag rondom zijn troonopvolging alweer een vernuftig plan geweest dat Godfreud had bedacht toen hij eerder die morgen doorheen het inmiddels te vaak in dit verhaal aangehaalde venster van de enige toren van zijn kasteel had gestaard. Hij maakte zich tijdens het uitspreken van de bewuste vraag trouwens de bedenking dat de meeste van zijn geniale ideeën de voorbije twee jaar uit zijn brein ontsproten tijdens het ochtendlijke aanschouwen van dat blinde uitzicht. Misschien moest hij toch maar afzien van zijn recentelijk voornemen om dat raam in zijn oorspronkelijke staat te laten herstellen. Wie kon hem garanderen dat hij nog in staat zou zijn tot zijn befaamde edele denkpistes, dewelke het ganse rijk behoedden voor wandaden en eenieder van de bevolking ten goede kwamen, als op een dag het zonlicht opnieuw doorheen dat venster zou prijken.
 
Toen zijn trouwe huishoudster Willhelminus Tell II Fabiola, een 96-jarige ex-ballerina, ooit berucht voor haar uitdagende tutu’s met luipaardmotief, uiteindelijk in  haar semi-automatische rolstoel kwam aanbollen, beval hij haar om zich met olympische snelheid naar een clandestiene bosstroper te begeven, met de opdracht om de zopas losgelaten postduif meteen neer te halen. Desnoods met geweld, voegde hij er morrelend aan toe. Sinds zijn lidmaatschap bij de lokale Duivenbond, in café ’t Hoekske, was hij zich bewust van zijn delicate rol in de precaire situatie van het lokale duivenbestand. En toen hij op een blauwe maandag zijn lidmaatschap ter plaatse vierde met een diner van met duivengehakt opgevulde duiven, besefte hij maar al te goed dat hij zich geen uitschuiver meer kon veroorloven. Maar soms breekt nood wet. Dat waren nu eenmaal de consequenties van een job met verantwoordelijkheid.


Terwijl Lucky Lick van al de heisa gebruik maakte om de laatste plasjes van de Keizerlijke Voortuin over zijn gespierd tongorgaan te laten glijden, keek Godfreud zijn tafelgenoten driest aan, hierbij een binnenpretje alsmede een facultatief dadelwindje onderdrukkend. ‘Ik wist eigenlijk niet dat jij scheel zag’ probeerde hij de mislukte vrucht van Esmeralda’s ongelukkige bevalling enigszins gerust te stellen. Het was hem immers niet ontgaan dat die lamzak voortdurend naar zijn eigen neusbeentje zat te loensen. ‘Je begint alsmaar meer op je moeder te lijken’, liet hij er ietwat grinnikend op volgen, terwijl Esmeralda op haar beurt nog steeds als een hallucinerende kikker zat uit te hijgen op het zwarte schommelpaard. ‘Maar zeg nu eens achterlijke schlemiel, wat zou je er nu van denken om stilaan werk te maken van dat komende koningschap?’ ‘En kijk naar mij als ik met u praat, of je kan nog een pandoering krijgen!’. Maar hij hield de vuisten stil, zelfdiscipline vond hij één van zijn voornaamste eigenschappen. Tot die bevinding was hij zelf gekomen na een grondige swot-analyse, zowat een jaar geleden. Hij had zich hierbij beperkt tot zijn sterktes, het wot-gedeelte zag hij eerder voor geconstipeerde mietjes en achterlijke Pruisen die van voor niet wisten dat ze van achter leefden.
 
L’Eau Rent, die er zelf nochtans van overtuigd was dat hij zijn stiefvader de hele tijd strak in de ogen had gekeken, vond echter zijn woorden niet. Door de bokstoot waren die blijkbaar verschoven naar zijn linker hersenhelft, dewelke hij nooit aanwendde vooraleer de zon haar hoogste punt van de dag had bereikt. Gelukkig kwam zijn stilaan recupererende moeder hem ter hulp geschoten; ’Je moet die jongen niet zo hard aanpakken’, zei ze met haar kwakende stem, ‘Hij heeft een moeilijke jeugd gehad, en evenmin als ik heeft hij ooit zijn vader gekend’. Met een gebaar dat getuigde van pure moederliefde duwde ze hierna het neusbeentje van haar zoon terug in zijn originele positie. Aangedaan door deze zeldzame geste van zijn mama, merkte L’Eau Rent dat zijn protje inmiddels volledig was vervlogen. Of het door deze barmhartige daad was, of door het feit dat de geblancheerde augurk zodanig pikant was dat zijn oogvocht er langs zijn oren uitliep, iets maakte dat een ontredderde L’Eau Rent plots volgende, nu reeds legendarische, woorden uitsprak; ‘Ja papa, ik wil koning worden!’. En terwijl op dat eigenste moment rondom de ontbijttafel de postduiven als V2 raketten uit de lucht vielen, werd het plots akelig stil in de Keizerlijke Voortuin. Zelfs Lucky Lick keek onwennig voor zich uit, met zijn afgehakte staart tussen zijn benen, alsof hij ergens in de verte zijn tweede voorpoot zag voorbijvliegen.   


Met de wind door de haren : Roadtrip doorheen Cotentin, Normandië...

 
 
 
 
Nu mijn muze wedergekeerd is naar Parijs, moet ik op zoek naar nieuwe inspiratiebronnen. Een mens kan tenslotte niet elke dag op Le Vieux Bassin rondhangen, en het moge duidelijk wezen dat Normandië wel meer is, veel meer zelfs, dan enkel Honfleur... Een roadtrip doorheen het schiereiland Cotentin ( zeg maar het uitsteeksel van Normandië ) leek me dan ook meer dan gerechtvaardigd. Aldus ben ik zondagochtend, fris gewassen en geschoren, in mijn dierbaar cabrio'ke gesprongen voor wat uiteindelijk twee schitterende dagen zouden worden.

Mijn plan was om de kustlijn te volgen, op zoek naar mooie uitzichten en leuke badstadjes. Maar vooral ook met bijzondere aandacht voor de stranden waarop de geallieerden landden op 6 juni 1944 om Frankrijk en vervolgens gans Europa te bevrijden van de Duitse bezetter. Bovendien had ik een voorgevoel dat het landschap van Cotentin wel eens echt de moeite zou kunnen zijn, en sowieso was het de bedoeling om in schoonheid te eindigen met een bezoek aan de bekende Mont-St-Michel. Aldus geschiedde...

Was het zondagmorgen nog ietwat bewolkt, er hing een dreigende rolwolk over de Seine, waarin een groots cruiseschip meedogenloos werd verzwolgen, dan kwam de zon al snel tevoorschijn zodra ik het dak van mijn cabrio'ke had geopend. Een goed voorteken. Met een leuk muziekje doorheen de luidsprekers, reed ik zo de Côte Fleurie af, langsheen bekende badsteden als Deauville en Houlgate. Een eerste stop maakte ik bij de bekende Pegasusbrug, waar het eerste Franse huis werd bevrijd tijdens de geallieerde landingen. Er is een boeiend openluchtmuseum, waar je o.a. een authentiek oorlogsvliegtuig kan gaan bezichtigen.

Na een korte tussenstop in Luc-sur-Mer, een charmant badstadje gelegen aan de Côte de Nacre, kwam ik al snel toe in Arromanches-les-Bains, een historische plaats waar je de restanten van Mulberry Harbour kan aanschouwen. Dit was een kunstmatige haven die vanuit Engeland naar de Normandische kust werd gesleept, om zo de landing van de geallieerden en het logistiek transport te verzekeren. Als je de reusachtige platforms in zee ziet liggen, dan ga je toch wel even stilstaan bij wat zich hier destijds heeft afgespeeld. Even verder, nabij Omaha Beach, ben ik vervolgens een imposante Amerikaanse oorlogsbegraafplaats gaan bezoeken. Tussen de tienduizenden witte kruisjes die je hier ziet, komt een mens al gauw tot bezinning. Ik vind deze begraafplaatsen in ieder geval een mooi eerbetoon aan de vele duizenden soldaten die hier ooit het leven lieten.

Om deze fascinerende eerste reisdag af te sluiten, heb ik tenslotte nog een bezoekje gebracht aan Saint-Vaast-la-Hougue, dat gekenmerkt wordt door zijn mooie vissershaven en ruwe kustlijn. Een leuke plek om de emoties van de dag even te laten bezinken. Daarna was het nog even koers zetten naar Cherbourg, waar ik de nacht zou doorbrengen. Cherbourg zelf is vooral bekend als strategische haven en marinebasis. Er zijn een aantal boeiende musea in de stad, alsook een spectaculair diepzeeaquarium. Maar die heb ik niet bezocht, vermits het ondertussen al avond was. Wel heb ik een lokale pizzeria bezocht, en geconstateerd dat er verder niet veel valt te beleven in Cherbourg, althans niet op een zondagavond.

Was dag 1 van mijn roadtrip uitermate fascinerend, vooral vanwege de historische plaatsen die ik had bezocht, dan zou dag 2 eerder in het teken staan van de vele schitterende natuurlandschappen die deze streek rijk is. Het schiereiland Cotentin staat immers bekend voor zijn mooie zandstranden die worden afgewisseld met ruige landtongen, en enkele van de hoogste kliffen in Frankrijk. Mijn eerste halte was Cap de la Hague, in het uiterste noordwesten van het eiland. Hier toegekomen, was ik zowat de enige levende ziel in dit ruwe maar toch echt wel prachtige landschap. Vooral de mysterieuze vuurtoren van Goury, dewelke voorbijvarende schepen moet beschermen tegen één van de sterkste zeestromingen ter wereld, kon me oprecht bekoren. De desolate omgeving, de bijzondere sfeer, de heerlijk frisse wind die hier krachtig blaast, maken van Cap de la Hague echt wel een plekje dat een schrijver kan inspireren...

Maar er valt nog meer moois te ontdekken in dit deel van Normandië. Enkele kilometers verder zette ik mijn cabriootje langs de kant van de weg om de ruige klippen van Nez de Jobourg te bewonderen. Alweer een knap schouwspel, de natuur op zijn best, en nauwelijks toeristen om de pret te bederven. Het mooie strand nodigde zeker uit om een middagdutje te doen, maar er restten me nog andere hoogtepunten te ontdekken, dus hield ik het bij een halsbrekend wandeltochtje langsheen de 100 meter hoge klippen. Een mens moet keuzes maken in het leven, niet altijd makkelijk, maar bon...

Alvorens mijn roadtrip te beëindigen bij de wereldberoemde abdij op de Mont-St-Michel, wachtte me nog één tussenstop, bij de vuurtoren van Carteret, gelegen aan de westkust van Cotentin. Ook hier alweer prachtige zichten op paradijselijk ogende stranden, afgewisseld met ruwe rotsen en kliffen. Een mens zou er haast gewoon aan worden. Dus dan maar snel opnieuw in de wagen, voor nog een flinke rit tot voorbij Avranches, alwaar zich één van de bekendste toeristische trekpleisters van Frankrijk bevindt. Twee dagen had ik me een beetje alleen op de wereld gewaand, én ervan genoten, nu zou ik me als een rasechte toerist onder de massa gaan begeven.

Maar toegegeven, Mont-St-Michel is het wel waard! Reeds vele kilometers voor je er toekomt, zie je het betoverende silhouet van de abdij boven het landschap uit toornen. En eenmaal ter plaatse, als je het religieuze bouwwerk in gans zijn glorie kunt aanschouwen, dan sta je toch wel met open mond te kijken. Als je tenminste niet wordt omvergelopen door een verdwaalde Japanner. Gelukkig kwam ik er pas aan in de vooravond, zodat 'de massa' reeds was afgedropen. Zodoende kon ik met enige ademruimte rustig door de pittoreske straatjes lopen en de pracht en praal van de abdij en de omringende huizen op me laten afkomen. De sfeer wordt weliswaar een beetje vergald door de vele toeristische winkeltjes, ijskraampjes en restaurants, maar niettemin was ik onder de indruk van Mont-St-Michel. Een waardige afsluiter voor een superleuke tweedaagse roadtrip. Voor zij die hier nog nooit geweest zijn, een aanrader!

Zodoende heb ik alweer voldoende inspiratie om deze laatste week van mijn Normandisch avontuur door te komen. Deze week staat er vooral schrijven op mijn programma, en als het weer het toelaat misschien nog een half dagje strand. Je weet maar nooit of er nog een knappe Francaise ligt. Dit weekend verwacht ik nog welgekomen bezoek vanuit België, en daarna zal mijn eerste etappe van mijn nieuwe reisavontuur erop zitten. Het contrast met de volgende etappe zal groot zijn, want na het rustige en inmiddels bijna ingeslapen Honfleur, staat binnen anderhalve week New York op het programma!