Literair Intermezzo I : Brasserie du Conservatoir

Zie hier een eerste bescheiden stukje proza/ poëzie... 'Brasserie du Conservatoir' heb ik reeds een half jaar geleden geschreven, toen ik op zoek was naar een leuke bestemming in Frankrijk om mijn literaire reis aan te vangen. Zo kwam ik in het mooie Avignon terecht op een sfeervol stadsplein, hetwelke me inspireerde voor onderstaande tekst.

  
Brasserie du Conservatoir
 

Het stadsplein, gedrapeerd in een mistig laken van zonnelicht,
Dat zijn laatste warmte aanbiedt nu de winter nakend is.
Rigoureus, maar met de ziel van een trouwe dienaar,

Trekt het zich aarzelend op gang, als een oude stoommachine.

 

In Brasserie du Conservatoir dampt op het terras reeds de koffie,
Die de vroege binnenmens verwarmt, net chocolat moelleux.

Zich nauwelijks bewust van hun ontluikende schoonheid,  

Nippen drie jolies filles voorzichtig van zwart gesmolten goud.

Soms dromend, dan weer giechelend, onbewust vertederend.
 

De eenzame bedelaar, intrieste blik incluis, verschijnt en dwaalt.
Met een verduurd gelaat van leer, waarin zijn leven is gekrast,

Vraagt hij, smeekt hij, verlost van gêne, zonder vage trots,
Madame, Monsieur, vous avez une pièce pour moi, s’il te plait.

Zijn stem, die oorverdovend raakschiet, blijft immer ongehoord.
 

Hier speelt zich leven af, ongeorchestreerd.
Zonder scenario, maar te allen tijde authentiek,

Glijden voorbijgangers geruisloos voorbij, stomme film in kleur.
Eenieder verzonken in onuitgesproken gedachten,

Vol heimelijke genoegens en stiekem, onbeantwoord verlangen.
 

Als de zon, moeizaam en halsstarrig, een hoogtepunt bereikt,
En als een oude dame een warme gloed weet uit te stralen,

Verschijnen de studenten, gehoorzamend aan haar lokroep,
Nuttigen ze, flirtend en verblind, hun middagmaal op het plein.

Als de stadsduiven handen hadden, ze lachten in hun vuistje…

 
Onverwijld wassen schaduwen langzaam het leven weg.
Rest me slechts de herinnering aan drie mooie meisjes,

Meegedreven op hun eigen wolk, een speelse blik als afscheid.

Of was het verblinding door de zon, die haar streken nooit verliest.
 

In Brasserie du Conservatoir blijven mokken dapper dampen.
Bittere aroma’s verleiden subtiel als een zweemzoete diva.

Alvorens smachtend toe te geven aan uitgesteld genot,
Aanschouw ik de laatste protagonist op het plein,

Die stilzwijgend aanstalte maakt voor zijn roemloze aftocht.
De bedelaar is applaus noch ovatie gegund,

Doch slechts het gerinkel van een laatste muntstuk.
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten