Zondag 6 oktober '13 : Op het marmer van Grand Central, New York...


Als ik de voorbije weken iets geleerd heb in NY, dan is het dat de zaken hier nooit lopen zoals je het zou verwachten. Neem nu deze zondagnamiddag. Voor het eerste sinds lange tijd is het eens een minder zonnig dagje, grijze wolken alom, eindelijk wat afkoeling. Het werd tijd, want na drie intense weken in een te warme, immer hectische stad, had ik stilaan mijn kookpunt bereikt. Maar zie, met het vertrek van mijn Belgische vrienden, leek ook de zon in de valiezen gekropen. En geloof me, net als vele New Yorkers, ben ik er niet rouwig om. Iedereen snakte hier wel naar een welgekomen miezerig dagje als vandaag, menig mens komt er even van op adem. En zo heeft een veelbelovende schrijver ook eens tijd en zin om naar Grand Central, in hartje New York, af te zakken.
 


De meesten onder jullie kennen dit imposante treinstation, net naast de Chrysler Building gelegen, wellicht uit één of andere Amerikaanse film. Het gebouw doet al grotesk aan van de buitenkant, maar zijn ware pracht vind je binnenin; onder meer de stijlvolle kroonluchters die de vertrekhallen van een nostalgisch cachet voorzien en de 42 meter hoge plafondgewelven waarop de sterrenbeelden zijn afgebeeld lonen meer dan de moeite. Gezien hier dagelijks zowat 500.000 reizigers en toeristen hun opwachting maken en vermits Grand Central bovendien dit jaar zijn honderste verjaardag viert, leek dit me de ideale locatie om een volgende reisverslag neer te pennen. Ik keek er al naar uit, die gezellige drukte, het knappe decor en een heerlijk tasje cappuccino binnen handbereik. Ik zag mezelf al zitten op één van de sfeervolle zijterrassen, vanwaar je een magnifiek zicht hebt over de immer bedrijvige Main Concourse.
 
 

En hier kom ik even terug op mijn openingszin, met name dat de zaken hier dus nooit lopen zoals je ze verwacht, gehoopt, of ingebeeld had. Vooraleer ik Grand Central kon bereiken werd ik meermaals opgehouden door een parade van weet ik veel. Het was in ieder geval een grootse happening, waarbij iedereen in rood-witte kleuren gekleed was. Misschien een protestmars van Standard-supporters tegen het beleid van Duchatelet of misschien was het om hem te bedanken voor de goeie resultaten? De 'efficiëntie' van de NYPD zorgde ervoor dat we met honderden tegelijk in een hoekje werden gedrongen, alvorens we na een half uur de straat konden oversteken. Maar goed, een beetje oponthoud en extra moeite, dat is niet het einde van de wereld. Die heerlijke cappuccino zou er alleen nog maar lekkerder op worden. Met de smaakpapillen op scherp liep ik alsnog hoopvol onder de indrukwekkende kroonluchters, me verheugend op een boeiend dagje in één van de mooiste treinstations ter wereld.

Drie kwartier heb ik zo rondgelopen om een leuk plekje te vinden, alwaar ik me met mijn laptop zou kunnen installeren, met het schuim van opgestoomde melk rond de lippen. Drie kwartier pleuteren door de drukte, langsheen ijverige pendelaars en talmende toeristen die één voor één dachten een originele foto te trekken. Na bijna een uur tevergeefs zoeken, heb ik me uiteindelijk van pure miserie in een hoekje van het trapportaal gezet, zonder koffie! Dat is nu typisch New York! Zelfs de meest eenvoudige dingen, een straat oversteken, een koffietje drinken in het station, een pintje drinken aan de bar van een leuke café op zaterdagavond, het is hier minder evident dan een mens zou verhopen.

Natuurlijk zijn er hier wel leuke plekjes waar je gezellig aan een tafeltje kan zitten met uitzicht over de hoofdterminal, maar dan ben je wel verplicht om er ook te eten en dit aan prijzen van 25 à 35 dollar per schotel. Of ik had me natuurlijk ook in de benedenhal kunnen zetten, waar het toeristische plebs op elkaar zit gestapeld aan veel te krappe tafeltjes, zonder zicht op de terminal! Een andere, aanlokkelijkere mogelijkheid was nog geweest om een cocktail te gaan drinken in het bekende Campbell Apartment, maar daar komt een sterveling dus niet binnen in een jeans en een t-shirtje! Anderzijds moet ik toegeven, als ik de cappuccino even uit mijn geheugen verdring en even vergeet hoe hard marmer aanvoelt aan het zitvlak, dat ik vanaf mijn huidige plekje wel een geweldig uitzicht heb op het reilen en zeilen in dit gigantische treinstation. Dat de meeste passanten me hierbij aankijken als een zonderling of een vermoedelijke dakloze met een gestolen laptop, moet ik er maar bijnemen.
 
 

Voor jullie nu beginnen denken, amai, het gaat precies niet zo goed met den Daniel in New York, niets is minder waar! Misschien moet ik wel toegeven dat ik een zeker punt van verzadiging heb bereikt. Drie weken in deze hectische, vaak verstikkende stad en vooral ook de drukkende warmte binnen de stadsmuren, eisen hun tol. Mensen die The Big Apple reeds bezochten weten wellicht wat ik hiermee bedoel. Zelfs als je slechts een weekje doorbrengt in deze metropool, ervaar je het elke dag aan den lijve, deze stad vreet aan je en slurpt meedogenloos de energie uit je lichaam. Vooral als toerist, omdat je toch zoveel mogelijk wil zien en beleven in deze wereldstad. En uiteindelijk zal zowat elke bezoeker vervolgens concluderen dat een week echt niet volstaat om alles hier te ontdekken als hij vermoeid huiswaarts keert.

En toch blijf ik gefascineerd en gepassioneerd door deze stad, ondanks al het bovenstaande. Zelfs nu ik er reeds voor de vijfde maal verzeild ben geraakt en de meeste trekpleisters al minstens twee keer heb bezocht, ontdek ik hier elke dag weer boeiende plekjes. Ook op dit eigenste moment, na drie weken 'wonen' in New York besef ik dat ik niet alles zal zien zoals ik het zou willen. En dat zorgt voor een tegenstrijdig gevoel. Enerzijds is het onwaarschijnlijk dat een stad zo groot is en zoveel heeft te bieden, dat ze na al die tijd nog steeds blijft verrassen. En anderzijds, is deze stad ook gewoon te groot, te druk, te hectisch, met teveel mensen en hippe locaties, met teveel leuke dingen om te doen. Maar hoe meedogenloos ook, ik weet dat ik nog zal terugkeren naar The Big Apple!
 


Neem nu bijvoorbeeld gisteren, het was een mooie zaterdagnamiddag. Ik had met een leuke dame afgesproken om een wandeling te maken langs de Hudson rivier, aan de westkant van Manhattan. Het was een poosje geleden dat ik dit gedeelte van de stad nog had bezocht. Maar toen ik er terugkwam, kon ik mezelf verwijten dat ik er niet eerder was teruggeweest. De schitterend aangelegde parken aan deze kant van de stad, de mooie uitzichten over het water en de skyline, de relaxte sfeer, verrassende en originele gebouwen die je weg kruisen, ik raak daar werkelijk niet op uitgekeken. Om van al deze indrukken te bekomen was er gelukkig 'The Frying Pan', een verzameling van enkele schamele boten langs de kade die zijn omgevormd tot een levendige bar. Met een karaf matige sangria genoot ik hier met mijn gezelschap van de ondergaande zon. Een stukje romantiek op een roestige boot in hartje New York, het kan hier allemaal.

Maar zie, tijdens diezelfde wandeling kreeg ik weeral minstens drie of vier andere ideeën om een dagje door te brengen. Zo leerde ik bijvoorbeeld dat er aan de overkant van Manhattan, in New Jersey, ook recentelijk een prachtig wandelpad werd aangelegd. Het is naar het schijnt momenteel weer één van de nieuwste trendy places in de stad, vanwaar je alweer een geweldig uitzicht hebt over de volledige skyline van Manhattan. Maar ook de naburige parkjes langs de Hudson nodigen uit om op een zonnige herfstdag je handdoekje te spreiden en lekker languit in het gras te zitten. Of wat gezegd van een bezoek aan de Intrepid, het indrukwekkende Amerikaanse oorlogsschip dat hier ligt aangemeerd en werd omgetoverd tot een interactief museum.  Enfin, beginnen jullie het plaatje een beetje te snappen?

En zo kom ik terug op een reeds eerder vermeld dilemma. Er is zoveel te doen in deze stad, dat een mens 72 uren in een dag zou moeten hebben, om alles op een maand van 90 dagen te zien. En zelfs na die negentigste dag zou je weer een vreemde snuiter tegenkomen die je vraagt of je die nieuwe gallerij of dat leuke restaurantje in The Bronx al hebt bezocht. En anderzijds, zijn voor mij de leukste dagen in New York, de dagen dat je gewoon kunt ontsnappen aan de drukte en met een goed boek en een heerlijke cappuccino ( Mijn God, wat zou die nu smaken ! ) in Central Parc kunt gaan liggen. Een mens zou van minder zot worden, wat misschien verklaart waarom er hier zoveel gekken rondlopen!

Over zotten gesproken.. Mijn Belgische vrienden zijn inmiddels huiswaarts gekeerd en ik meen te mogen stellen dat ze zich hun bezoekje niet beklaagd hebben. Veel gezien en vooral beseft dat ze nog veel niet gezien hebben. Zo hebben ze gisteren bijvoorbeeld nog een stevig feestje gemist in de DL bar kort bij mij in de buurt. Alweer een nieuw oord van decadent vertier dat ik ontdekt heb en ik weet niet hoe ik het nog moet gaan uitdrukken om het allemaal een beetje geloofwaardig te houden? Maar het was weeral de moeite! Ik kwam er toe rond 22u, toen het nog behoorlijk rustig was in deze trendy rooftopbar. Vervelen deed ik me echter niet, want het personeel achter de indrukwekkende bar was nog indrukwekkender dan de bar. Een line up van uitdagend geklede barmeisjes, die zo leken weggelopen uit een aflevering van Baywatch. De prijs van Miss Sympathie zullen ze niet meteen winnen, maar dat ze over andere troeven beschikten is een understatement van formaat. Het maakte in ieder geval dat ondergetekende toch menige rum-cola van 12 dollar per glas achterover drukte. Met extra veel ijsblokjes.  
 
 

Maar na al dat vertier en kostelijk vermaak komt er dus eens een moment van bezinning. En zat ik gisteren nog als een toekomstig best-seller schrijver die het hoog in zijn bol heeft gekregen dure drankjes te nuttigen, dan zit ik hier nu als een schijndakloze op een veel te harde marmeren trap. En om eerlijk te zijn, ik geniet hier minstens even hard van. Al kan ik niet ontkennen dat mijn gedachten sinds gisteren ook al eens durven afdwalen naar meer zuiderse windstreken. Niet vanwege één of andere Latina die ik hier aan de haak zou hebben geslagen, wél vanwege mijn toekomstige reisbestemming die almaar dichterbij komt. Er rest me nog een weekje New York, met daarna een weekje België, en dan trek ik richting Guatemala. In het mooie bergstadje Antigua, gelegen tussen enkele prachtige vulkanen, zal ik daar als een vlijtige student mijn Spaanse talenkennis proberen op te krikken. Ik vermoed dat het contrast met New York een behoorlijke cultuurshock zal teweeg brengen. Maar de gedachte aan een rustig plekje, genietend van de mooie natuur, alsook de dagelijkse routine om als een streverke naar school te gaan, lijkt almaar iets aantrekkelijker.

Hasta la proxima !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten