Het is zondagnamiddag, 16u, een mooie herfstdag in New York.
Het zonnetje komt nog net piepen boven de wolkenkrabbers die Bryant Park
omringen. Inderdaad, ik bevind me opnieuw in mijn favoriete park. Hiermee is de
cirkel rond. Een goeie maand geleden schreef ik in dit park aan de New York
Library mijn eerste verslag vanuit The Big Apple, waarbij ik me de vraag stelde
wat het toch juist is met deze stad dat me zo aantrekt. Vandaag zal ik proberen
een antwoord te vinden. Tijd voor een terugblik op een bewogen maand in the
never sleeping city.
Nu ik hier opnieuw op mijn favoriete plekje zit, valt het me
nog maar eens op hoe rustig het wel is in Bryant Park. Ook nu, op deze
uitzonderlijk mooie zondag in de herfst, is het een verrassende oase van rust
in het hartje van de stad. Nochtans loopt er hier behoorlijk wat volk rond.
Maar iedereen houdt zich aan de ongeschreven regel om rust en vrede te bewaren
in dit park. Geen geschreeuw en getier, maar die merkwaardige serene stilte,
die oh zo vreemd aanvoelt in New York. Ik ben een beetje boos op mezelf, omdat
ik hier al bijna twee weken niet meer geweest ben. Ik had nog meer naar Bryant
Park moeten komen, nog meer moeten schrijven, nog meer moeten genieten van dit
stukje magie in de hectische metropool. Maar spijt komt steeds te laat, morgen
vlieg ik huiswaarts.
Het gevoel dat me momenteel overvalt, is hetzelfde dat ik
gisteren heb ervaren, toen ik in de namiddag doorheen mijn wijk liep, in de
Lower East Side. Zonder echt doel wandelde ik doorheen de omliggende straten
met sfeervolle cafeetjes en hippe kledingwinkels. Hier en daar afgewisseld met
leuke kleine kunstgalerijen waar je originele kunstwerken op de kop kunt
tikken. Ook toen bedacht ik, verdorie, ik heb hier niet genoeg rondgewandeld.
Ik heb niet gretig genoeg de sfeer opgesnoven van dit authentieke stukje New
York. En waar ik een goeie week geleden een punt had bereikt dat ik echt even
genoeg had van deze stresserende stad, overviel me gisteren een gevoel van
spijt. De nood en het verlangen om nog langer in deze stad te mogen vertoeven.
Mijn bankrekening tekende echter meteen protest aan.
Zo kom ik terug op één van de eerste bemerkingen die ik een
maand geleden over deze stad heb neergeschreven. New York is een stad van
contrasten, een metropool vol contradicties. Soms voel je de behoefte om eraan
te ontsnappen, worden de hitte en de drukte een mens teveel. Dan verlang je
naar een stukje groen, buiten het bereik van immer loeiende sirenes en nimmer
aflatend autoverkeer. En een dag later flaneer je door zo een supergezellige
hippe wijk en besef je opnieuw dat New York de bangelijkste stad ter wereld is.
Gelukkig ben ik niet de enige die er zo over denkt. Ik vermoed dat de meeste
toeristen die ooit New York bezocht hebben het gevoel zullen herkennen. Een mens
wordt er aangetrokken door de indrukwekkende architectuur en de talrijke
bezienswaardigheden, maar anderzijds verlaat je nadien de stad met het gevoel
dat het allemaal wel een beetje teveel van het goede is geweest. En weet je wat
het meest verrassende is? De mensen die echt in deze stad wonen, die hebben net
hetzelfde gevoel.
De meerwaarde van de voorbije maand is ongetwijfeld dat ik
de kans heb gehad om enkele echte New Yorkers te leren kennen. Wanneer je
slechts een weekje op bezoek komt, is het moeilijk om hier contacten te leggen.
Maar als je hier een maand verblijft én de stad een beetje kent, wordt het
ietwat makkelijker. Via een aantal connecties en via de virtuele
opportuniteiten van het internet heb ik hier dan ook een aantal locals leren
kennen, die me een beter inzicht hebben gegeven, hoe het is om in deze stad
te leven. Dat het hier niet elke dag rozengeur en maneschijn is hoeft niet te
verbazen. Gezien de torenhoge prijzen om een bescheiden of minder bescheiden
flat in New York te betrekken, moet een mens er iets voor over hebben. Met
huurprijzen die variëren van 1500 Euro tot 4000 Euro voor een appartement met 1
slaapkamer ( prijs afhankelijk van de ligging ), kan je al maar beter over een
deftige job beschikken om de rekeningen te betalen.
En net daar schuilt het dilemma van wonen in New York, het
dilemma waarmee ik zoveel mensen dagelijks zie strijden. Om toch maar te kunnen
resideren in deze boeiende wereldstad werken de meesten zich hier de ziel uit
het lijf. Van de taxichauffeur die zes dagen per week schiften van twaalf uren
klopt, tot de jongedame die twee jobs als verpleegster combineert om rond te
komen, tot de ambitieuze investment manager die al jaren geen dag zonder stress
heeft gekend, maar wél een fenomenaal uitzicht heeft vanop zijn luxueuze
appartement in Manhattan. Allen wonen en werken ze in de bekendste stad op onze aardbol, maar
hebben ze nog wel tijd om ervan te genieten? En zijn ze hier gelukkig? Het
antwoord is even complex als de stad zelf vrees ik. Maar dat The Big Apple een
ongelooflijke aantrekking uitoefent op zovele duizenden al dan niet
getalenteerde mensen, staat buiten kijf. En dat een mens er heel wat moet voor
over hebben om het hier te maken evenzeer. Als ik eerlijk ben, ik betwijfel of
ik het zelf zou kunnen.
Wel voel ik me bevoorrecht dat ik gedurende enkele weken heb
kunnen proeven van het leven hier, weliswaar zonder het stressplaatje dat echte
New Yorkers rond de keel hangt. Maar door mezelf af en toe eens uit te nodigen
bij de mensen thuis, via enkele leuke feestjes waarop ik werd uitgenodigd,
dankzij enkele toffe madammen die hun schaarse vrije tijd opofferden om mij mee
te nemen naar hun favoriete authentieke
bar, heb ik een beetje kunnen ervaren hoe het is om in deze stad te leven. Door
een heel klein beetje binnen te dringen in de privé wereld van deze mensen heb
ik een beter beeld gekregen van de stad én haar inwoners. Het doet me meteen
stilstaan bij de vraag of New Yorkers nu eigenlijk sympathieke mensen zijn of
net niet.
Maar ook op deze vraag valt, wat had u verwacht, geen simpel
antwoord te formuleren. Bestaat er trouwens wel zoiets als de ‘echte’ New
Yorker, gezien de kleurrijke variatie van rassen, afkomst, achtergrond,
financiële en professionele situatie, etc… In de melting pot die New York is
kan ik me enkel baseren op de mensen
die ik persoonlijk heb leren kennen, al zie ik wel een rode draad doorheen deze
diverse personages. New Yorkers zijn in ieder geval sociale en mondige mensen.
Als je aan een New Yorker de weg vraagt, zal deze vrijwel altijd heel spontaan
en met volle overgave de juiste richting wijzen. Als je wordt voorgesteld aan
nieuwe mensen zullen die meteen een praatje met jou slaan en je vertellen hoe
graag ze wel eens naar België willen komen. Het voelt dan wel allemaal wat
oppervlakkig en artificieel aan, maar liever zo dan dat je op verzuurde mensen
stuit die je liever de rug toedraaien.
Maar onder de façade van spontaniteit en vriendelijkheid
schuilt een tweede laagje, dat je pas zal ontdekken als je de mensen hier beter
leert kennen. Een harder kantje. New Yorkers zijn heel veel met zichzelf bezig; ze werken heel hard aan
hun weg, hun carrière, hun uiterlijk, hun zoektocht naar geluk. Dat hiervoor
het geluk van anderen moet wijken, is een prijs die de meeste New Yorkers
bereid zijn te betalen. Ik denk daarom dat het moeilijk is om (h)echte
vriendschappen te sluiten in deze stad. Dat je hier voortdurend op je hoede
moet zijn. Mensen zijn vriendelijk, tot je hen in de weg staat om een stapje
vooruit te komen. Uiteindelijk is de stad die The American Dream symboliseert toch
een beetje een jungle waarin de oude wetten van de natuur meer dan elders
gelden. Survival of the fittest. Om het te maken in deze stad, kan je immers niet
veroorloven om over je heen te laten lopen. Eat or be eaten. En waar ik een
portie gezonde assertiviteit in een mens altijd weet te waarderen, denk ik dat
de balans hier te vaak overslaat naar ‘eigenbelang boven alles’. Misschien
schuilt er onder dat harde laagje nog wel een derde laagje. Ik meen dat ik er
af en toe heel even een glimp heb van kunnen opvangen, maar echt zeker ben ik
niet.
Over de stad zelf kan ik zeggen dat zelfs een maand niet
volstaat om haar voldoende te leren kennen. New York is te groot, er is simpelweg
te veel te beleven. Er zijn te veel hotspots, te veel leuke parken, hippe barretjes,
trendy restaurantjes, unieke winkels, spectaculaire gebouwen, imposante musea,
enz… Om te begrijpen wat ik hiermee bedoel, zou ik volgende tip willen geven
aan de mensen die een citytrip naar The Big Apple overwegen. Ga eens op een
avondje naar de rooftop bar van Standard Hotel, gelegen in Meatpacking
District, de uitgaansbuurt van New York. Vanop deze gratis toegankelijke
rooftop heb je een volledig zicht over de stad én het nabijgelegen New Jersey.
Het zal een totaalbeeld geven van hoe ongelooflijk groot deze stad wel is. De
drankjes zijn er trouwens betaalbaar en als je het even benauwd krijgt van het
uitzicht kan je in de jacuzzi springen die zich in het hoekje van de rooftop
bevindt.
De meeste New Yorkers die ik leren kennen hebben spreken
over de ‘magische zeven jaren’. Zeven jaar duurt het voordat je deze stad echt
begint te doorgronden. Het is opvallend dat verschillende mensen los van elkaar
telkens weer verwijzen naar dit zelfde aantal jaren. Ik vermoed dat het tevens zowat
de gemiddelde termijn is dat iemand het in deze stad kan uithouden. Minder zou
zonde zijn, meer is vermoedelijk schadelijk voor de gezondheid. Het is in die
zin ook niet verwonderlijk dat vele van de mensen die ik hier ontmoet heb
stilaan bezig zijn met de voorbereiding van hun exodus. Californië is hierbij
de meest genoemde volgende bestemming.
Laat mij hierbij afronden met mijn favoriete plekjes in deze
stad op te sommen. Misschien handig voor zij die na al het lezen van mijn
vorige verslagen nieuwsgierig zijn geworden of ik toch niet een beetje
overdreven heb... Mijn favoriete parken zijn in volgorde van persoonlijke
voorkeur : Bryant Park, Central Park ( verdient eigenlijk ook 1e
plaats ), Washington Square Park, Madison Square, Union Square ( ideaal voor
people watching ). Dat Times Square niet
in dit lijstje voorkomt is geen toeval! Andere leuke ‘verborgen’ plekjes zijn
Brooklyn Heights (geweldig zicht op skyline Manhattan), East River Park ( mooi zicht
op Williamsburg Bridge en joggers) en het fantastisch aangelegde wandelpad
langs de Hudson rivier ( westelijk Manhattan ).
Hier kan je idealiter tegen zonsondergang een pint gaan drinken op de
schamele boten van Frying Pan, een inside aanrader! Leuke stadswijken waar het
heerlijk vertoeven is op een zonnige zaterdagmiddag zijn o.a. Soho, Tribeca,
Greenwich Village, Lower East en Lower West. En om van dit alles te bekomen in
schoonheid, de Press Lounge rooftop in Midwest Manhattan! Een must-do! Voor de party animals onder jullie is the
place to be; Meatpacking District!
En met deze ultieme richtlijnen zal ik het hoofdstuk New
York stilaan afsluiten. Het herfstzonnetje is inmiddels onder de hoge gebouwen
gezakt en aan het frisse briesje voel ik dat de zomer hier definitief voorbij
is. De bladeren aan de bomen krijgen eindelijk hun herfstkleuren, een nieuw
seizoen breekt aan. Ik richt mijn blik nog een laatste keer op Bryant Park en
besluit dat het mooi is geweest. Alvast uitkijkend naar een weekje België en
daarna twee maanden Guatemala, hoor ik echter een vaag stemmetje in mijn hoofd.
Voorlopig klinkt het nog stil, maar ik heb het gevoel dat het de komende dagen,
weken, maanden almaar luider zal gaan klinken. Voorlopig fluistert het nog ; ‘New
York, I’ll be back!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten