Sfeerbeeld na vijf dagen Antigua..


Zondagnamiddag 27 oktober, Antigua.. Zoals dat gaat met een reiziger met schrijfambities heb ik me inmiddels een favoriete bar uitgezocht en gevonden. Gelegen aan Parque Central ligt Cafe El Portal, een gezellige open bar, met leuk uitzicht op het park, waar de frisse Gallo pintjes bijzonder smaken.  De bediening is er vriendelijk en onder de aanwezigen vind je een leuke mix van locals en toeristen. Vanop mijn hoge barkruk heb ik bovendien een leuk zicht op al wat passeert, dus ook de people watcher in mij komt aan zijn trekken. Ik heb een vaag voorgevoel dat ik hier nog dikwijls ga vertoeven.
 
Mijn nieuwe favoriete bar, El Portal gelegen aan Parque Central
 
Inmiddels heb ik er een vijftal dagen Antigua op zitten en begin ik geacclimatiseerd te geraken. Het leven speelt zich hier een aantal versnellingen  lager af dan in New York, wat een welgekomen afwisseling is. Maar de tijd om hier op mijn lauweren te rusten begint stilaan op te raken, want vanaf morgen begint ondergetekende met zijn nieuwe schoolcarrière. Stipt om 8u morgenvroeg word ik  aan de Antiguena Spanish Academy verwacht, voor mijn eerste les Spaans. Gedaan dus met la vida loca…

Mijn straat, met zicht op Agua-vulkaan, verstopt achter de wolken
 
Het zal wellicht niet verbazen dat ik er de voorbije dagen nog even van geprofiteerd heb. Ik had natuurlijk ook nog een zoveelste jetlag te verwerken. De eerste dag heb ik een sightseeing tour ondernomen, waarvan jullie reeds enkele fotootjes hebben kunnen bewonderen in mijn vorige verslag. Later die dag ben ik alvast een kijkje gaan nemen in mijn toekomstige school. Ik kreeg er een korte rondleiding en kon met enkele studenten praten, die me allen bevestigden dat ik een goeie keuze heb gemaakt. De lessen worden er gegeven in kleine kamertjes, of in een grote mooie tuin, als het weer dit toelaat. En vermits ik toch zowat een 20-tal uren les per week zal volgen, hoop ik bij deze op zonnige voormiddagen.


De meest gefotografeerde straat van Antigua, met ark van Santa Catalina
 
Donderdag ben ik dan verhuisd naar mijn nieuwe woonplaats, een leuk appartementje op een tweetal blokken van Parque Central gelegen. Het appartement valt behoorlijk mee. Geen overdreven luxe, maar dat was ook niet de bedoeling. Wel een behoorlijk uitgeruste keuken, een deftige badkamer, een mooie slaapkamer met TV en zowaar een dressing! Weliswaar op zijn Latijn-Amerikaans, maar wel degelijk een dressing. Van op het dakterras van het gebouw is er een mooi uitzicht op de Agua-vulkaan. Ook is er nog een mooie tuin, waarin zich de restanten bevinden van een oud klooster. Kortom, ik had het erger kunnen treffen.

Binnenplein van mijn woningblok
 




Voorgevel appartement, met daarnaast ruïne












Het grootste avontuur van deze week was mijn bezoek aan de plaatselijke supermarkt. Zeg maar de Carrefour van Antigua, maar toch nét ietsje anders. Chaotisch lijkt me het beste woord om mijn eerste winkelervaring uit te drukken. Ik denk niet dat ik ooit al een supermarkt gezien heb waar zoveel personeel rondloopt en waar zo weinig gewerkt wordt. Aan elke rayon staat er wel een animatrice om één of andere saucisse of yoghurt aan te prijzen, maar de overige 90% van het personeel zit gewoon van die saucissen en die yoghurt te vreten. De wandelgangen zijn er supersmal en iedereen loopt in de weg van iedereen. Vooral het personeel! En in deze broeierige heksenketel moest ik op zoek naar de dagdagelijkse producten, die bij ons zo vanzelfsprekend te vinden zijn. Hier leek het eerder een strooptocht op leven en dood om nog maar een pak suiker te vinden. Maar kijk, ik ben er uiteindelijk met een doos vol etenswaren buitengekomen, inclusief worst en zuivel.

Dit is geen foto van de supermarkt, maar een sfeerbeeld uit de straat
 
Andere spannende verhalen moet ik voorlopig nog schuldig blijven. Antigua is dan ook niet New York uiteraard, wat niet  wegneemt dat het hier aangenaam vertoeven is. Het is leuk om door de straten te slenteren, opdringerige verkopers in de waan te laten dat je een blokfluit gaat kopen, de lokale fauna een beetje gade te slaan en  vooral af en toe eens halt te houden in een plaatselijk barretje. Zo verzeilde ik vrijdag in het bekende Rainbow Cafe, waar ik in een bui van creatieve inspiratie het script voor mijn volgende novelle volledig heb kunnen uitwerken. Ik zal hier niet eens productief bezig zijn zeker…

Ayuntamiento, het stadhuis van Antigua
 
Vrijdagavond dacht ik dan eens op stap te gaan. Frisse douche genomen, haartjes gekamd, klaar om Antigua nightlife te ontdekken. Alleen dachten de meteorologische parameters daar anders over. Het regende buiten nog harder dan onder die douche, dus ben ik met mijn netjes gekamde haren braaf thuis gebleven om tv te kijken. Jaja, het leven van een schrijvende reiziger gaat niet altijd over rozenpaden. Maar los van die felle regenavond is het hier al vrij mooi weer geweest. Meestal is het overdag wel bewolkt, maar de temperatuur schommelt dan wel tussen een aangename 20 en 25 graden. En zelfs ’s avonds kan je hier in t-shirt rondlopen. En in België?

Het 'Union Square' van Antigua, Parque Union
 
Dat nachtje op stap gaan heb ik dan zaterdagavond ondernomen, nadat ik eerst iets gaan eten was in een gezellig Italiaans restaurantje. En ik moet toegeven dat het nachtleven in Antigua behoorlijk ok is, toch voor zo een klein stadje te zijn. In de weekdagen maakten de danscafeetjes en bars nog wel een makke indruk, maar in het weekend gaan alle registers open. Aldus heb ik een paar leuke cafeetjes ontdekt ( o.a. Reily’s en het populaire Monoloco ), waar de pintjes goedkoop zijn en de muziek luid. In Reily’s raakte ik aan de klap met een kerel uit Guatemala City, die me alvast uitnodigde om binnenkort eens een stappeke te komen zetten in zijn stad. Op gevaar voor eigen leven bedacht ik bij mezelf, want over de hoofdstad van Guatemala doen de wildste geruchten de ronde. In Antigua daarentegen lijken veiligheidsproblemen geen issue, al patrouilleert de gewapende politie hier steeds in talrijke getale…

Inbraakbeveiliging met hoge aaibaarheidsfactor
 
En zo werd het zondag in dit mooie koloniale stadje. Omdat ik wist dat ik mijn reisverslag van vandaag vermoedelijk een beetje zou moeten opsmukken met visuele prikkels ( bij gebrek aan sensationele verhalen ) heb ik vandaag een nieuwe sightseeing tour ondernomen om enkele fotografische pareltjes vast te leggen. Want het moge duidelijk wezen, deze stad moet zowat de natte droom zijn van elke stadsfotograaf. Niet alleen zijn er de kleurrijke huisjes, de imposante barokke kathedraal en de vele tientallen soms immense ruïnes, er is daarenboven vooral de magische setting waarin Antigua is gepositioneerd. Gelegen tussen de bergen en drie nabijgelegen vulkanen, waaronder de indrukwekkende Agua-vulkaan, is de stad dan ook terecht de meest toeristische trekpleister van het land. Ik geraak er voorlopig niet op uitgekeken. Misschien omdat het verschil met de wolkenkrabbers van Manhattan zo groot is?

De indrukwekkende ruïne achter de San José-kathedraal
 
Ik stel voor dat jullie het zelf komen ontdekken! Mijn appartement is groot genoeg voor bezoek en ik zit hier tot 22 december. Het is maar dat je het weet…

Het ontvangstcomité 'zit' reeds op uw komst te wachten

 
 

Bienvenido en Antigua, Guatemala...



Iets meer dan een week geleden vergaapte ik me nog aan de wolkenkrabbers van New York, nu zit ik in een verduisterde koffiebar in de mooiste koloniale stad van Midden-Amerika. Een reisdag van bijna 24 uren bracht me gisteren naar de meest gefotografeerde plek van Guatemala en reeds weet ik dat Antigua een bijzondere ervaring zal worden. Alleen maar hopen dat de elektriciteit hier niet voor eeuwig is uitgevallen…
 
De meest gefotografeerde straat van Antigua, met de Ark van Santa Catalina
 
Het is woensdagnamiddag, 23 oktober, 17u. De duisternis doet langzaam zijn intrede in Antigua. Niet verwonderlijk; de zon is reeds geruime tijd verdwenen achter de majestueuze vulkaantoppen die de stad omringen. Binnen minder dan een uurtje zal het hier volledig donker zijn. Dit mag je helaas nogal letterlijk nemen. Want in de loop van de namiddag heeft de elektriciteit het begeven na een stevig onweer. Samen met de sfeervolle kaarsjes die in sommige cafeetjes en restaurants zijn aangestoken, brengt enkel mijn computerscherm nog licht in de schemer. De warme koffie waar ik naar snakte zal voorlopig op zich laten wachten en het is nog maar de vraag hoe lang de panne zal aanhouden. Gelukkig is het pintje Gallo-bier dat ik net aan de lippen heb gezet nog wel heerlijk fris.

Uitzicht van op het dakterras van mijn hotel
 
Groter kan het contrast met mijn vorige bestemming niet zijn. Van de drukke, immer hectische metropool New York, met zijn spectaculaire hoogbouw en de schreeuwerige verlichting op Times Square, naar het authentieke koloniale Antigua, met zijn straten van kasseien, zijn vele ruïnes en de nog steeds merkbare Maya-invloeden. Een mens zou van minder een cultuurshock beleven. Maar ik laat het me graag overkomen. Ik wist immers goed wat me te wachten stond in deze bijzondere stad van zowat 20.000 inwoners, met zijn prachtige kleurrijke huisjes, van maximum twee verdiepingen hoog. Tijdens mijn vorige wereldreis heb ik immers ook mijn opwachting gemaakt in deze valleistad.  Toen reeds was me de warme gemoedelijke sfeer opgevallen. Dus toen ik hier gisteren na een  vermoeiende en lange reisdag in de avond toekwam, voelde het zelfs aan als een beetje thuiskomen.
 
De chicken bus; oncomfortabel, onveilig, maar een must-do experience!
 
Antigua is in alle opzichten een unieke stad, met een zeer bewogen verleden en een rijke geschiedenis. In zijn hoogdagen gold de stad als één van de belangrijkste van het Spaanse Keizerrijk, samen met steden als Lima en Mexico-stad. In de 16e eeuw werd Antigua door de Spanjaarden zelfs  aangeduid als hoofdstad van Guatemala, wat een ongeziene weelde en welvaart met zich meebracht. Verschillende religieuze ordes kwamen zich hier vestigen, wat resulteerde in een competitieve bouwwoede van kloosters, abdijen, kerken, scholen enz.. In het midden van de 18e eeuw kende de stad haar hoogtepunt en bevonden er zich onder meer een universiteit, een krant, een drukkerij en vooral een florerende commerciële handel. Een zware aardbeving in 1773 maakte echter een abrupt einde aan deze glorieperiode.
 
Eén van de vele imposante ruïnes van de stad
 
Ondertussen is Antigua al lang niet meer de hoofdstad van Guatemala, maar de vele ruïnes die de stad overheersen, herinneren aan haar rijke, koloniale verleden. Het is nu verworden tot een oord van rust maar tevens de voornaamste toeristische trekpleister van het land. Er heerst hier een gemoedelijke sfeer met toch een kosmopolitisch geurtje, door de kleurrijke en gevarieerde bevolking. In de vele gezellige cafeetjes en restaurants tref je zowel lokale bewoners als expats, toeristen en studenten aan. Antigua, met zijn gezellige straten van eeuwenoude kasseien en zijn pittoreske huisjes, is bovendien sinds 1979 uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. Tevens heeft de stad zich de voorbije decennia ontpopt als een mekka voor taalonderwijs. Dit met zijn meer dan 50 scholen waar buitenlanders goedkoop én degelijk Spaans wordt aangeleerd.  
 
Parque Union met zicht op de Agua-vulkaan
 
En deze stad zal dus de komende twee maanden ook mijn toevluchtsoord worden. Vanaf donderdag zal ik hier een appartementje betrekken, dat er hopelijk even gezellig uitziet als het hotel waar ik momenteel verblijf. ( EuroMayaHotel, kort bij Parque Central, 45Euro/nacht ). Het doel van mijn reis is ditmaal divers; Spaans leren in één van die 50 scholen en ijverig schrijven aan een nieuwe novelle. Vanaf maandag zal ik elke voormiddag 4 uur Spaans volgen met een privé-leraar. In de namiddag worden er door de school activiteiten georganiseerd, waarbij er uiteraard enkel Spaans mag gesproken worden. Maar het blijft natuurlijk ook mijn bedoeling om hier te schrijven. Ik heb één en ander in te halen na net iets te veel afleiding in NY. Dat neemt echter niet weg dat ik hier ook zoveel mogelijk de Latijns-Amerikaanse sfeer zal trachten op te snuiven en regelmatig te genieten van een heerlijke koffie in één van de vele koffiebars. Wellicht zal er af en toe ook wel eens een stappeke gezet worden om na te gaan in welke mate mijn Spaans er is op vooruit gegaan.
 
Sfeerbeeld van op de dagelijkse immense markt
 
Kortom, alweer een boeiend avontuur waar ik naar uitkijk. Toen ik gisteren in het vliegtuig zat was ik me nog aan het bedenken dat het toch altijd een beetje spannend is. Toekomen op een nieuwe bestemming waar je niemand kent, waar je niet echt weet wat je te wachten staat. De enige zekerheid is dat als ik hier binnen twee maanden vertrek, ik ongetwijfeld alweer een pak boeiende verhalen in mijn rugzak kan steken. Ik denk toch dat het vooral dat is wat me er telkens toe aanzet om dergelijke reizen te ondernemen. De drang naar het onbekende, de gretigheid om een nieuwe omgeving te zien, andere culturen op te snuiven, gelijkgestemde mensen te leren kennen. En hoewel dit meestal gepaard gaat met een financiële aderlating, voel ik me steeds weer zo rijk als ik van een verre reis huiswaarts keer. Hopelijk is het deze keer niet anders.

Kathedraal van San José op Parque Central ( gebouwd in 1670 )
 
En kijk, ondertussen is er gejuich in de straten opgestegen. Niet zozeer ter mijner verwelkoming, maar wel omdat de lampen weer zijn gaan branden. Hopelijk blijft de elektriciteitsstroomtoevoer voor de rest van de avond gevrijwaard, dan kan ik alsnog iets lekkers gaan eten. Volgend verslag volgt einde van de week, of begin volgende week..

Hasta la proxima !

Laatste dag New York : Tijd voor een terugblik, rechtstreeks van op Bryant Park...


Het is zondagnamiddag, 16u, een mooie herfstdag in New York. Het zonnetje komt nog net piepen boven de wolkenkrabbers die Bryant Park omringen. Inderdaad, ik bevind me opnieuw in mijn favoriete park. Hiermee is de cirkel rond. Een goeie maand geleden schreef ik in dit park aan de New York Library mijn eerste verslag vanuit The Big Apple, waarbij ik me de vraag stelde wat het toch juist is met deze stad dat me zo aantrekt. Vandaag zal ik proberen een antwoord te vinden. Tijd voor een terugblik op een bewogen maand in the never sleeping city.
 
 

Nu ik hier opnieuw op mijn favoriete plekje zit, valt het me nog maar eens op hoe rustig het wel is in Bryant Park. Ook nu, op deze uitzonderlijk mooie zondag in de herfst, is het een verrassende oase van rust in het hartje van de stad. Nochtans loopt er hier behoorlijk wat volk rond. Maar iedereen houdt zich aan de ongeschreven regel om rust en vrede te bewaren in dit park. Geen geschreeuw en getier, maar die merkwaardige serene stilte, die oh zo vreemd aanvoelt in New York. Ik ben een beetje boos op mezelf, omdat ik hier al bijna twee weken niet meer geweest ben. Ik had nog meer naar Bryant Park moeten komen, nog meer moeten schrijven, nog meer moeten genieten van dit stukje magie in de hectische metropool. Maar spijt komt steeds te laat, morgen vlieg ik huiswaarts.

Het gevoel dat me momenteel overvalt, is hetzelfde dat ik gisteren heb ervaren, toen ik in de namiddag doorheen mijn wijk liep, in de Lower East Side. Zonder echt doel wandelde ik doorheen de omliggende straten met sfeervolle cafeetjes en hippe kledingwinkels. Hier en daar afgewisseld met leuke kleine kunstgalerijen waar je originele kunstwerken op de kop kunt tikken. Ook toen bedacht ik, verdorie, ik heb hier niet genoeg rondgewandeld. Ik heb niet gretig genoeg de sfeer opgesnoven van dit authentieke stukje New York. En waar ik een goeie week geleden een punt had bereikt dat ik echt even genoeg had van deze stresserende stad, overviel me gisteren een gevoel van spijt. De nood en het verlangen om nog langer in deze stad te mogen vertoeven. Mijn bankrekening tekende echter meteen protest aan.
 
 

Zo kom ik terug op één van de eerste bemerkingen die ik een maand geleden over deze stad heb neergeschreven. New York is een stad van contrasten, een metropool vol contradicties. Soms voel je de behoefte om eraan te ontsnappen, worden de hitte en de drukte een mens teveel. Dan verlang je naar een stukje groen, buiten het bereik van immer loeiende sirenes en nimmer aflatend autoverkeer. En een dag later flaneer je door zo een supergezellige hippe wijk en besef je opnieuw dat New York de bangelijkste stad ter wereld is. Gelukkig ben ik niet de enige die er zo over denkt. Ik vermoed dat de meeste toeristen die ooit New York bezocht hebben het gevoel zullen herkennen. Een mens wordt er aangetrokken door de indrukwekkende architectuur en de talrijke bezienswaardigheden, maar anderzijds verlaat je nadien de stad met het gevoel dat het allemaal wel een beetje teveel van het goede is geweest. En weet je wat het meest verrassende is? De mensen die echt in deze stad wonen, die hebben net hetzelfde gevoel.

De meerwaarde van de voorbije maand is ongetwijfeld dat ik de kans heb gehad om enkele echte New Yorkers te leren kennen. Wanneer je slechts een weekje op bezoek komt, is het moeilijk om hier contacten te leggen. Maar als je hier een maand verblijft én de stad een beetje kent, wordt het ietwat makkelijker. Via een aantal connecties en via de virtuele opportuniteiten van het internet heb ik hier dan ook een aantal locals leren kennen, die me een beter inzicht hebben gegeven, hoe het is om in deze stad te leven. Dat het hier niet elke dag rozengeur en maneschijn is hoeft niet te verbazen. Gezien de torenhoge prijzen om een bescheiden of minder bescheiden flat in New York te betrekken, moet een mens er iets voor over hebben. Met huurprijzen die variëren van 1500 Euro tot 4000 Euro voor een appartement met 1 slaapkamer ( prijs afhankelijk van de ligging ), kan je al maar beter over een deftige job beschikken om de rekeningen te betalen.
 
 

En net daar schuilt het dilemma van wonen in New York, het dilemma waarmee ik zoveel mensen dagelijks zie strijden. Om toch maar te kunnen resideren in deze boeiende wereldstad werken de meesten zich hier de ziel uit het lijf. Van de taxichauffeur die zes dagen per week schiften van twaalf uren klopt, tot de jongedame die twee jobs als verpleegster combineert om rond te komen, tot de ambitieuze investment manager die al jaren geen dag zonder stress heeft gekend, maar wél een fenomenaal uitzicht heeft vanop zijn luxueuze appartement in Manhattan. Allen wonen en werken ze  in de bekendste stad op onze aardbol, maar hebben ze nog wel tijd om ervan te genieten? En zijn ze hier gelukkig? Het antwoord is even complex als de stad zelf vrees ik. Maar dat The Big Apple een ongelooflijke aantrekking uitoefent op zovele duizenden al dan niet getalenteerde mensen, staat buiten kijf. En dat een mens er heel wat moet voor over hebben om het hier te maken evenzeer. Als ik eerlijk ben, ik betwijfel of ik het zelf zou kunnen.
 
 

Wel voel ik me bevoorrecht dat ik gedurende enkele weken heb kunnen proeven van het leven hier, weliswaar zonder het stressplaatje dat echte New Yorkers rond de keel hangt. Maar door mezelf af en toe eens uit te nodigen bij de mensen thuis, via enkele leuke feestjes waarop ik werd uitgenodigd, dankzij enkele toffe madammen die hun schaarse vrije tijd opofferden om mij mee te nemen naar  hun favoriete authentieke bar, heb ik een beetje kunnen ervaren hoe het is om in deze stad te leven. Door een heel klein beetje binnen te dringen in de privé wereld van deze mensen heb ik een beter beeld gekregen van de stad én haar inwoners. Het doet me meteen stilstaan bij de vraag of New Yorkers nu eigenlijk sympathieke mensen zijn of net niet.

Maar ook op deze vraag valt, wat had u verwacht, geen simpel antwoord te formuleren. Bestaat er trouwens wel zoiets als de ‘echte’ New Yorker, gezien de kleurrijke variatie van rassen, afkomst, achtergrond, financiële en professionele situatie, etc… In de melting pot die New York is kan ik me enkel baseren op de mensen die ik persoonlijk heb leren kennen, al zie ik wel een rode draad doorheen deze diverse personages. New Yorkers zijn in ieder geval sociale en mondige mensen. Als je aan een New Yorker de weg vraagt, zal deze vrijwel altijd heel spontaan en met volle overgave de juiste richting wijzen. Als je wordt voorgesteld aan nieuwe mensen zullen die meteen een praatje met jou slaan en je vertellen hoe graag ze wel eens naar België willen komen. Het voelt dan wel allemaal wat oppervlakkig en artificieel aan, maar liever zo dan dat je op verzuurde mensen stuit die je liever de rug toedraaien.
 
 

Maar onder de façade van spontaniteit en vriendelijkheid schuilt een tweede laagje, dat je pas zal ontdekken als je de mensen hier beter leert kennen. Een harder kantje. New Yorkers zijn heel veel met zichzelf bezig; ze werken heel hard aan hun weg, hun carrière, hun uiterlijk, hun zoektocht naar geluk. Dat hiervoor het geluk van anderen moet wijken, is een prijs die de meeste New Yorkers bereid zijn te betalen. Ik denk daarom dat het moeilijk is om (h)echte vriendschappen te sluiten in deze stad. Dat je hier voortdurend op je hoede moet zijn. Mensen zijn vriendelijk, tot je hen in de weg staat om een stapje vooruit te komen. Uiteindelijk is de stad die The American Dream symboliseert toch een beetje een jungle waarin de oude wetten van de natuur meer dan elders gelden. Survival of the fittest. Om het te maken in deze stad, kan je immers niet veroorloven om over je heen te laten lopen. Eat or be eaten. En waar ik een portie gezonde assertiviteit in een mens altijd weet te waarderen, denk ik dat de balans hier te vaak overslaat naar ‘eigenbelang boven alles’. Misschien schuilt er onder dat harde laagje nog wel een derde laagje. Ik meen dat ik er af en toe heel even een glimp heb van kunnen opvangen, maar echt zeker ben ik niet.

Over de stad zelf kan ik zeggen dat zelfs een maand niet volstaat om haar voldoende te leren kennen. New York is te groot, er is simpelweg te veel te beleven. Er zijn te veel hotspots, te veel leuke parken, hippe barretjes, trendy restaurantjes, unieke winkels, spectaculaire gebouwen, imposante musea, enz… Om te begrijpen wat ik hiermee bedoel, zou ik volgende tip willen geven aan de mensen die een citytrip naar The Big Apple overwegen. Ga eens op een avondje naar de rooftop bar van Standard Hotel, gelegen in Meatpacking District, de uitgaansbuurt van New York. Vanop deze gratis toegankelijke rooftop heb je een volledig zicht over de stad én het nabijgelegen New Jersey. Het zal een totaalbeeld geven van hoe ongelooflijk groot deze stad wel is. De drankjes zijn er trouwens betaalbaar en als je het even benauwd krijgt van het uitzicht kan je in de jacuzzi springen die zich in het hoekje van de rooftop bevindt.
 
 

De meeste New Yorkers die ik leren kennen hebben spreken over de ‘magische zeven jaren’. Zeven jaar duurt het voordat je deze stad echt begint te doorgronden. Het is opvallend dat verschillende mensen los van elkaar telkens weer verwijzen naar dit zelfde aantal jaren. Ik vermoed dat het tevens zowat de gemiddelde termijn is dat iemand het in deze stad kan uithouden. Minder zou zonde zijn, meer is vermoedelijk schadelijk voor de gezondheid. Het is in die zin ook niet verwonderlijk dat vele van de mensen die ik hier ontmoet heb stilaan bezig zijn met de voorbereiding van hun exodus. Californië is hierbij de meest genoemde volgende bestemming.

Laat mij hierbij afronden met mijn favoriete plekjes in deze stad op te sommen. Misschien handig voor zij die na al het lezen van mijn vorige verslagen nieuwsgierig zijn geworden of ik toch niet een beetje overdreven heb... Mijn favoriete parken zijn in volgorde van persoonlijke voorkeur : Bryant Park, Central Park ( verdient eigenlijk ook 1e plaats ), Washington Square Park, Madison Square, Union Square ( ideaal voor people watching ).  Dat Times Square niet in dit lijstje voorkomt is geen toeval! Andere leuke ‘verborgen’ plekjes zijn Brooklyn Heights (geweldig zicht op skyline Manhattan), East River Park ( mooi zicht op Williamsburg Bridge en joggers) en het fantastisch aangelegde wandelpad langs de Hudson rivier ( westelijk Manhattan ).  Hier kan je idealiter tegen zonsondergang een pint gaan drinken op de schamele boten van Frying Pan, een inside aanrader! Leuke stadswijken waar het heerlijk vertoeven is op een zonnige zaterdagmiddag zijn o.a. Soho, Tribeca, Greenwich Village, Lower East en Lower West. En om van dit alles te bekomen in schoonheid, de Press Lounge rooftop in Midwest Manhattan! Een must-do!  Voor de party animals onder jullie is the place to be; Meatpacking District!
 
 

En met deze ultieme richtlijnen zal ik het hoofdstuk New York stilaan afsluiten. Het herfstzonnetje is inmiddels onder de hoge gebouwen gezakt en aan het frisse briesje voel ik dat de zomer hier definitief voorbij is. De bladeren aan de bomen krijgen eindelijk hun herfstkleuren, een nieuw seizoen breekt aan. Ik richt mijn blik nog een laatste keer op Bryant Park en besluit dat het mooi is geweest. Alvast uitkijkend naar een weekje België en daarna twee maanden Guatemala, hoor ik echter een vaag stemmetje in mijn hoofd. Voorlopig klinkt het nog stil, maar ik heb het gevoel dat het de komende dagen, weken, maanden almaar luider zal gaan klinken. Voorlopig fluistert het nog ; ‘New York, I’ll be back!’    

Stalen rupsen doorboren de onderwereld; verslag vanuit de subway van New York...


Voor de gemiddelde New Yorker is de ondergrondse metro een noodzakelijk kwaad. Vaak is het ondraaglijk warm in de ondergrondse metrostations, altijd is het er druk,  regelmatig lopen er de meest rare figuren rond en eenmaal op het treinstel is het wringen of ploeteren voor een zitje. Vele bewoners verkiezen dan ook de gele taxi’s als prijzig alternatief, al zullen die hen zelden sneller op hun bestemming brengen. De stalen rupsen, verwikkeld in een waanzinnig kluwen van efficiënte verbindingen, vervoeren echter elke dag opnieuw miljoenen passagiers en zijn ongetwijfeld de betrouwbaarste manier om je vlot doorheen de stad te begeven. Het duurt wellicht enkele dagen voordat de gemiddelde toerist het uitgebreide vervoersnetwerk volledig heeft doorgrond, maar eenmaal de lijnen ontrafeld, is de Subway een wereld van mobiel vernuft.

 

Zelf ben ik na al die tijd nog steeds gefascineerd door de mobiele onderwereld van New York. Reizen met de metro in The Big Apple is altijd een beetje avontuur, ook al rijdt deze zeer regelmatig en punctueel. En dit 24 uren per dag, zeven op zeven, zonder wekelijkse stakingen of technische defecten. Het avontuur zit hem vooral in de mensen van diverse pluimage die je er aantreft, mensen die kleur geven aan deze onderaardse wereldstad. En dan heb ik het nog niet eens over de vaak uiterst getalenteerde muzikanten en artiesten die je in de stations of vaak ook op de metrostellen zelf aantreft. Bovenal is de NY Subway dé plek in deze stad om aan people watching te doen!  Een ritje in een rups van staal doorheen Manhattan leert je in één simpele trek hoe divers en kleurrijk de bevolking van deze metropool wel is.

Met deze gedachte in het achterhoofd ben ik er gisteren op uit getrokken. Gewapend met pen en papier, klaar om een dagje mensen te observeren in het meest hectische deel van New York alwaar de zon nooit reikt. Zonder een echt plan trok ik naar het meest naburige metrostation, zijnde Delancey Street, alwaar ik op mijn vertrouwde verbinding sprong, met name de F-lijn. Klaar om alles op mij te laten afkomen nestelde ik me discreet op het harde bankstel, benieuwd wat deze namiddag voor mij in petto had. Ik zou me hierbij vooral laten leiden door het toeval, al was de achterliggende gedachte wel om tot in The Bronx te raken en om vandaar in de omgekeerde richting tot in Wall Street af te zakken. Van de achterbuurten in het meest verkommerde deel van de stad naar het rijke epicentrum, dat leek me wel een interessant gegeven.          
 
    

 
*15u40, 10 oktober ’13 : F-trein richting Uptown, station Delancey Street:

Mijn eerste rit van de dag begint behoorlijk doordeweeks. De metrostellen zijn voorlopig vooral gevuld met schoolgaande jeugd, die vrij gelaten en ietwat sip voor zich uitkijkend huiswaarts keert. Soms durven deze jongeren zich wel eens bezondigen aan de ongeschreven beleefdheidsregels van de NY Subway; met name zich discreet en niet al te luidruchtig gedragen. Maar deze middag maken ze een makke indruk. Misschien omdat de herfst net is aangebroken, de dagelijkse sleur zich opnieuw heeft ingezet en omdat de opwindende zomer met de daarbij gepaarde hormonenopstoot nu definitief achter de rug ligt. Verder zie ik een iets oudere dame, handtas stevig tussen beide armen geklemd, die langzaam in slaap dommelt. Naast mij een blanke jonge kerel, met een trendy hoed op het hoofd, stil voor zich uitkijkend, ik weet niet in welke gedachten verzonken. Iets verderop een oudere man, ik vermoed van Indische origine, met een pokdalig gezicht maar een gloednieuw boek in de handen. Kortom, niet meteen mijn boeiendste metrorit ooit, maar misschien stilte voor de storm?

Eenmaal voorbij Union Square, nog steeds één der epicentra van de stad, begint het pendelende publiek te veranderen. Ik zie nu vooral veel kleurlingen, die een uitgeputte indruk maken. Het doet me vermoeden dat ze allen terugkeren van een ongetwijfeld zware werkdag in de stad. Deze mensen werken dan wel in Manhattan, wonen doen ze er zeker niet! Onbetaalbaar voor de gewone werkmens. Een personage dat me meteen opvalt is een ietwat oudere zwarte man met grijs krullend haar, antieke wandelstok in de hand, blauwe sportieve muts op het hoofd en drager van een donkere bril. Een markante figuur, die een wijze en stijlvolle indruk op me maakt, maar ook wel iets onheilspellends heeft. Als hij merkt dat ik hem in de gaten heb, wend ik veiligheidshalve mijn blik even af. Wie weet welke vloek hij over mij uitspreken zal. Hij is tot dusver de enige opvallende protagonist op het treinstel. Ik vraag me af of de overige pendelaars zich nog bewust zijn van het feit dat ze zich in de hipste stad ter wereld bevinden. Ik betwijfel het eerlijk gezegd. Het valt me nu trouwens ook op dat er opvallend weinig passagiers met hun Iphone aan de slag zijn. Een rariteit, want voor de meeste trendy New Yorkers staat een metrorit immers gelijk aan intens getik, getokkel en gestaar op dat dunne ding met een display dat ik zelf nog steeds niet in mijn bezit heb.

De enigste die wel met de allernieuwste Apple smartphone in de weer is, is het mooie meisje dat ondertussen ook nauwkeurig de metrokaart bestudeert. Ik vermoed een nieuwe inwoonster, vol ambitie en verwachting, maar nog op zoek naar de juiste weg om het te maken in deze stad? Aan haar attitude zal het alvast niet liggen. Ik schat haar 23 jaar en ze is ongetwijfeld de verborgen parel in deze anonieme massa. Mijn nieuwsgierigheid komt alweer opzetten, benieuwd naar haar verhaal, me afvragend of zij één van de uitverkorenen zal zijn die het wél zal maken in New York. Maar voor ik haar iets vragen kan, is ze reeds verdwenen en heeft ze plaats gemaakt voor een vriendelijk ogende Latina. Ik zie hoe de jonge vrouw vertederend kijkt naar de harmonicaspeler die zonet het treinstel is opgestapt en een melancholisch deuntje heeft ingezet. Ik denk even aan Rocco Granata, vraag me niet waarom, en bedenk vervolgens dat Zuid-Amerikaanse vrouwen meestal minder hip maar heel wat sympathieker ogen dan die kille Manhattan babes.
 
 

Iets verder uptown, een vijftiental straten boven Bryant Park, besluit ik om deze metro stilaan te verlaten, om me vervolgens richting The Bronx te begeven. Ik kijk nog een laatste keertje rond me heen. De aanwezigen lijken nu plots ouder geworden en zo mogelijk nog gevarieerder. Ik zie Aziaten, donkere Afrikanen, bleke Afrikanen, Latino’s en hier en daar een blanke bleekscheet. Er heerst nog steeds een gezapige sfeer op deze metro, waardoor de jonge Afrikaan met zijn flashy rode bril, maar verder volledig weggestoken onder een grote grijze kap, onverstoord kan verder slapen.

 
*16u14, 10 oktober ’13: Lijn 4-trein richting The Bronx, station 59th Street

Ik ben uitgestapt in 59th Street, ten oosten van Central Park. Via een korte transit wandeling kom ik aan de metrohalte vanwaar ik ‘lijn 4’ kan nemen, in één rechte streep naar The Bronx, eindbestemming Woodlawn. Uiterst benieuwd ben ik voor deze rit en ook wel een beetje op mijn hoede. Iedereen heeft al wel eens ruige verhalen gehoord over The Bronx en eerlijk gezegd heb ik totaal geen idee van wat me ginds te wachten staat. Evenmin heb ik me vooraf geïnformeerd rondom het ‘veiligheidsgehalte’ van dit traject. Anderzijds weiger ik categoriek aan doemdenken te doen. Ik heb geen waardevolle spullen bij me, stel me heel low profile op. Met die bescheiden voorzorgsmaatregelen meen ik dat een mens zich zowat overal doorheen de stad moet kunnen begeven zonder gevaar. Het komende uur zal me leren of deze redenering correct is.

Het betreffende station maakt alvast een minder frisse indruk dan diegene ik gewoon ben. Het is er vuiler, de sfeer ietwat grimmiger of misschien beeld ik me dit enkel in. Wel opvallend én niet ingebeeld is dat ik vrijwel de enige blanke ben onder de talrijke wachtenden. Als even later de metro eindelijk toekomt, is daar plots de twijfel. De wagons zitten tot de nok vol, pendelaars als gestapeld vee. Als dit varkens waren, was Gaia al lang in actie getreden. Ik vraag me af of het wel aangeraden is om me tussen deze wriemelende massa te begeven, terwijl ik ook rustig op een bankje in Bryant Park zou kunnen gaan zitten. Maar was dit uiteindelijk niet het doel van deze middag? Als een bleke  ‘rasechte’ New Yorker wring ik me aldus tussen het slachtvee, benieuwd naar wat me vanaf dan te wachten staat. Eerste belangrijke bedenking hierbij; op dit treinstel bijna enkel mannen! In zoverre ik rond me heen kan kijken is minstens 80% van de reizigers hier van het mannelijke geslacht. En ik kan begrijpen dat menige vrouw zich weinig geroepen voelt om tussen deze wel erg close verzameling van testosteron te komen staan. Desondanks gaat het er wel allemaal beschaafd aan toe, alles blijft gedisciplineerd. Het valt me ook op dat onaangename geurtjes afwezig blijven, wat toch niet zou verbazen in deze broeierige mensenzee.
 
 

Eenmaal toegekomen in 115th Street ( Spanish Harlem ) komt er plots ambiance in de keet. Nadat er eerst een pak pendelaars het rijtuig hebben verlaten, maakt een groep van zowat 15 jonge Latino’s er  zijn opwachting. En het moge duidelijk wezen, die hebben zin in een feestje. Ik zie heel wat andere reizigers de wenkbrauwen fronsen, maar zelf sla ik het tafereel geamuseerd aan. Er klinkt gejuich en getier en vanuit het niets schallen er plots opzwepende salsa-deuntjes doorheen het hele metrostel. Enkele mollige maar daarom niet minder zwoele Latina’s zetten het op een dansen middenin de wagon, anderen beginnen spontaan mee te zingen. Het drukke treinstel is eensklaps herschapen tot een Braziliaanse fiësta en hier en daar steekt een lokale pendelaar schroomvallig de Iphone in de lucht om het vrolijke tafereel op Youtube te zetten. Andere reizigers zijn minder enthousiast en zuchten in het luchtledige. Ik wens hen allen een welverdiende vakantie naar Brazilië toe, want het lijkt alsof ze het nodig hebben. De azijn mag dan even in de koelkast blijven staan. Al geef ik toe, misschien snakken de meesten onder hen na een zware werkdag gewoon naar een beetje rust.

Eenmaal het Yankee stadium voorbij verlaat de olijke bende het metrotoestel en keert tot opluchting van velen de grijze stilte terug. Het is ondertussen minder druk geworden en vanaf dit punt rijdt de metro bovengronds. Dat is een meevaller, want voor de rest van de rit zal ik onverstoord zicht krijgen op The Bronx, waar we inmiddels zijn aanbeland. Ik zie een indrukwekkend oerwoud van oude gebouwen, de meesten ongeveer 8 verdiepingen hoog. Een eindeloze reeks van identieke ietwat verloederde flatgebouwen, inspiratieloos naast elkaar gepland, die in hun totaliteit een ontmoedigende sfeer uitstralen. Dit is het New York dat je als toerist niet te zien krijgt. Het doet me  denken aan de achterbuurten zoals je die ook bij ons in sommige grootsteden aantreft. Alleen betreft het hier geen afgezonderde wijk met enkele afvallige appartementsblokken, maar een oneindig woestijn van onpersoonlijke woonkazernes. Tot zover het oog reiken kan, zie ik letterlijk duizenden van deze blokken. Enkel de talrijke grafiti geeft dit grauwe plaatje een beetje kleur. En toch… Hier en daar, doorheen deze troosteloze woongebouwen, zie ik enkele verrassende architecturale pareltjes. Majestueuze gebouwen, die opvallen in hun grootsheid en goede staat. Een nadere kijk leert me dat het voornamelijk schoolgebouwen betreft. Misschien is er toch nog hoop voor deze buurt?
 
 

Naarmate ik de allerlaatste halte nader, Woodlawn ( ongeveer 200th Street ) verandert het uitzich, wordt het minder onaangenaam. Ik zie opnieuw bomen in de straten, hier en daar zelfs een mooi aangelegd natuurpark. Ik vermoed dat we de kern van The Bronx inmiddels zijn gepasseerd, want ook op de metro zelf valt niet veel volk meer te bespeuren. Eenmaal toegekomen aan de eindhalte van deze rit, zijn er nog slechts 3 passagiers in het rijtuig. Geen ruige tot de tanden bewapende bendeleden, maar wel een net verzorgde kleurling in maatpak, een knappe blondine en een Latina met baby. Samen met hen verlaat ik het rijtuig en zet me op een bankje in het station. Ik had me het ruige The Bronx anders voorgesteld; nergens hoor ik het geknal van vuurgevechten, geen gekrijs van een bejaarde dame die wordt overvallen, zelfs geen sirenes van brandweerwagens zoals je die in hartje Manhattan elke minuut hoort loeien. Pas later zou ik vernemen dat het ‘echte’ The Bronx, zoals wij het kennen uit de gangsterfilms, verder verwijderd ligt van deze metrolijn. Ik heb dus enkel de ‘betere’ buurten gezien.

 
*17u15, 10 oktober ’13: Lijn 4-trein richting Wall Street, station Woodlawn

Als ik na een korte pauze de terugtocht aanvang, ditmaal met bestemming Wall Street, kom ik tot de hoopvolle conclusie dat mijn beeld over The Bronx slechts gedeeltelijk klopte. De troosteloze aanblik van de verouderde flatgebouwen is weliswaar weinig opbeurend, maar ook nu valt het me op dat het minder erg is dan ik had verwacht. Hier en daar prijken ook mooie en verzorgde kerkgebouwen en sommige wijken stralen zelfs een rustige, kindvriendelijke sfeer uit. Ook zie ik dat alle straten gevuld zijn met behoorlijk grote wagens die netjes blinken. Niet de roestige wrakken rijkelijk voorzien van kogelgaten die je zou verwachten. Ik bedenk me dat het in sommige delen van The Bronx misschien wel aangenamer wonen moet zijn dan in hartje Manhattan, met meer ademruimte, ruimere zichten, meer groen. Een andere bedenking die ik me maak is echter de anonimiteit en nietigheid van het individu die ik hier ervaar. Een voorzichtige berekening die ik maak leert me dat hier misschien wel een miljoen mensen wonen in de vele onpersoonlijke woonkazernes. Allemaal mensen met eigen ideeën en verhalen, met een eigen toekomstbeeld en verleden. En toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat slechts weinigen onder hen er ooit in zullen slagen om aan deze anonimiteit te ontsnappen. Ik troost me echter met de gedachte aan de mooie schoolgebouwen.
 
 

De rest van de rit verloopt rustig. Eenmaal we Manhattan naderen wordt het behoorlijk druk in het metrotoestel, het spitsuur is inmiddels volop aan de gang. Tussen de drukte door zie ik plots een jong ventje, ik schat hem nauwelijks tien jaar, met fel gekleurde emmers doorheen het rijtuig passeren. Hij neemt plaats in het midden van de wagon en begint onverwijld en met overtuiging de menige toe te spreken. ‘Can I have your attention ladies and gentlemen?’. Dan volgt een behoorlijk geslaagde drumsessie op zijn emmers, waarbij de jonge Michael Jackson het ook nog eens op een zingen zet. Ongelooflijk hoe dit klein ventje er in slaagt om de aandacht te trekken, slechts gewapend met gekleurd plastic, zijn behoorlijke stem maar vooral een hele flinke portie lef. Na zijn drumsolo spreekt hij de pendelaars frank en vrij toe. ’Ik weet dat jullie een vermoeiende werkdag achter de rug hebben en dat jullie liefst zo snel mogelijk naar huis willen. Zelf ben ik ook moe beste mensen. Ik ben van 8u deze morgen tot 4u in de namiddag naar school gegaan en nu probeer ik een klein centje te verdienen om het leven van mijn ouders dragelijker te maken. Jullie mogen ook dansen en zingen mensen, het is hier niet de bibliotheek. Negeer me niet mensen, geef me applaus en geef me nadien een dollar. Twee dollar is nog beter. Maar als dat niet past, ben ik ook tevreden met enkele muntstukken. Komaan mensen, wees niet gierig, geef me wat jullie kunnen missen’. Ik sta zowat aan de grond genageld van zijn welbespraaktheid en vraag me af wat er ooit van deze lefgozer zal worden…
 
 

In deze toestand bereik ik stilaan de eindbestemming van mijn metro-avontuur, Wall Street. Van de meest verpauperde buurt in New York naar het financiële hart van de wereld, in minder dan een uurtje metro rijden. Het metrotoestel is opnieuw verworden tot een kleurrijke combinatie van allerlei rassen en standen. Ik zie rijke saaie bleekscheten gehuld in dure kostuums, stoere Afrikaanse macho’s in afgezakte jeans, bescheiden Aziaten in verfrommeld werktenue. Ik zie hoe marginalen en zakenmensen broederlijk naast elkaar zitten. De meesten van hen in zichzelf gekeerd, vertoevend in hun eigen universum, voor zich uitstarend in het niets. Los van rang of stand is er iets dat al deze mensen bindt.  Allen proberen ze hun eigen weg te vinden of te maken in deze stad, eenieder denkt naarstig na over het pad dat hier voor hem/haar ligt uitgespreid. Of het nu als CEO is van een duizelingwekkende multinational, als full time taxichauffeur van een glimmende bolide, als anonieme huisvrouw of als veelbelovend model of topmuzikant. Duizenden gezichten heb ik vandaag gezien, duizenden levens gepasseerd. Misschien zat er wel een toekomstige Amerikaanse president naast mij, of een artistiek genie, misschien wel een potentiële seriemoordenaar. In New York weet je het  nooit. Ik stap in ieder geval levend en wel uit het metrotoestel, beseffend dat ik deze stad wellicht nooit zal doorgronden, evenmin als haar inwoners. Mijn fascinatie neemt er alleen maar van toe.
 
 
( PS: in tegenstelling tot mijn eerdere verslagen, zijn sommige van de foto's in dit verslag niet van eigen makelij.. ) 

Zondag 6 oktober '13 : Op het marmer van Grand Central, New York...


Als ik de voorbije weken iets geleerd heb in NY, dan is het dat de zaken hier nooit lopen zoals je het zou verwachten. Neem nu deze zondagnamiddag. Voor het eerste sinds lange tijd is het eens een minder zonnig dagje, grijze wolken alom, eindelijk wat afkoeling. Het werd tijd, want na drie intense weken in een te warme, immer hectische stad, had ik stilaan mijn kookpunt bereikt. Maar zie, met het vertrek van mijn Belgische vrienden, leek ook de zon in de valiezen gekropen. En geloof me, net als vele New Yorkers, ben ik er niet rouwig om. Iedereen snakte hier wel naar een welgekomen miezerig dagje als vandaag, menig mens komt er even van op adem. En zo heeft een veelbelovende schrijver ook eens tijd en zin om naar Grand Central, in hartje New York, af te zakken.
 


De meesten onder jullie kennen dit imposante treinstation, net naast de Chrysler Building gelegen, wellicht uit één of andere Amerikaanse film. Het gebouw doet al grotesk aan van de buitenkant, maar zijn ware pracht vind je binnenin; onder meer de stijlvolle kroonluchters die de vertrekhallen van een nostalgisch cachet voorzien en de 42 meter hoge plafondgewelven waarop de sterrenbeelden zijn afgebeeld lonen meer dan de moeite. Gezien hier dagelijks zowat 500.000 reizigers en toeristen hun opwachting maken en vermits Grand Central bovendien dit jaar zijn honderste verjaardag viert, leek dit me de ideale locatie om een volgende reisverslag neer te pennen. Ik keek er al naar uit, die gezellige drukte, het knappe decor en een heerlijk tasje cappuccino binnen handbereik. Ik zag mezelf al zitten op één van de sfeervolle zijterrassen, vanwaar je een magnifiek zicht hebt over de immer bedrijvige Main Concourse.
 
 

En hier kom ik even terug op mijn openingszin, met name dat de zaken hier dus nooit lopen zoals je ze verwacht, gehoopt, of ingebeeld had. Vooraleer ik Grand Central kon bereiken werd ik meermaals opgehouden door een parade van weet ik veel. Het was in ieder geval een grootse happening, waarbij iedereen in rood-witte kleuren gekleed was. Misschien een protestmars van Standard-supporters tegen het beleid van Duchatelet of misschien was het om hem te bedanken voor de goeie resultaten? De 'efficiëntie' van de NYPD zorgde ervoor dat we met honderden tegelijk in een hoekje werden gedrongen, alvorens we na een half uur de straat konden oversteken. Maar goed, een beetje oponthoud en extra moeite, dat is niet het einde van de wereld. Die heerlijke cappuccino zou er alleen nog maar lekkerder op worden. Met de smaakpapillen op scherp liep ik alsnog hoopvol onder de indrukwekkende kroonluchters, me verheugend op een boeiend dagje in één van de mooiste treinstations ter wereld.

Drie kwartier heb ik zo rondgelopen om een leuk plekje te vinden, alwaar ik me met mijn laptop zou kunnen installeren, met het schuim van opgestoomde melk rond de lippen. Drie kwartier pleuteren door de drukte, langsheen ijverige pendelaars en talmende toeristen die één voor één dachten een originele foto te trekken. Na bijna een uur tevergeefs zoeken, heb ik me uiteindelijk van pure miserie in een hoekje van het trapportaal gezet, zonder koffie! Dat is nu typisch New York! Zelfs de meest eenvoudige dingen, een straat oversteken, een koffietje drinken in het station, een pintje drinken aan de bar van een leuke café op zaterdagavond, het is hier minder evident dan een mens zou verhopen.

Natuurlijk zijn er hier wel leuke plekjes waar je gezellig aan een tafeltje kan zitten met uitzicht over de hoofdterminal, maar dan ben je wel verplicht om er ook te eten en dit aan prijzen van 25 à 35 dollar per schotel. Of ik had me natuurlijk ook in de benedenhal kunnen zetten, waar het toeristische plebs op elkaar zit gestapeld aan veel te krappe tafeltjes, zonder zicht op de terminal! Een andere, aanlokkelijkere mogelijkheid was nog geweest om een cocktail te gaan drinken in het bekende Campbell Apartment, maar daar komt een sterveling dus niet binnen in een jeans en een t-shirtje! Anderzijds moet ik toegeven, als ik de cappuccino even uit mijn geheugen verdring en even vergeet hoe hard marmer aanvoelt aan het zitvlak, dat ik vanaf mijn huidige plekje wel een geweldig uitzicht heb op het reilen en zeilen in dit gigantische treinstation. Dat de meeste passanten me hierbij aankijken als een zonderling of een vermoedelijke dakloze met een gestolen laptop, moet ik er maar bijnemen.
 
 

Voor jullie nu beginnen denken, amai, het gaat precies niet zo goed met den Daniel in New York, niets is minder waar! Misschien moet ik wel toegeven dat ik een zeker punt van verzadiging heb bereikt. Drie weken in deze hectische, vaak verstikkende stad en vooral ook de drukkende warmte binnen de stadsmuren, eisen hun tol. Mensen die The Big Apple reeds bezochten weten wellicht wat ik hiermee bedoel. Zelfs als je slechts een weekje doorbrengt in deze metropool, ervaar je het elke dag aan den lijve, deze stad vreet aan je en slurpt meedogenloos de energie uit je lichaam. Vooral als toerist, omdat je toch zoveel mogelijk wil zien en beleven in deze wereldstad. En uiteindelijk zal zowat elke bezoeker vervolgens concluderen dat een week echt niet volstaat om alles hier te ontdekken als hij vermoeid huiswaarts keert.

En toch blijf ik gefascineerd en gepassioneerd door deze stad, ondanks al het bovenstaande. Zelfs nu ik er reeds voor de vijfde maal verzeild ben geraakt en de meeste trekpleisters al minstens twee keer heb bezocht, ontdek ik hier elke dag weer boeiende plekjes. Ook op dit eigenste moment, na drie weken 'wonen' in New York besef ik dat ik niet alles zal zien zoals ik het zou willen. En dat zorgt voor een tegenstrijdig gevoel. Enerzijds is het onwaarschijnlijk dat een stad zo groot is en zoveel heeft te bieden, dat ze na al die tijd nog steeds blijft verrassen. En anderzijds, is deze stad ook gewoon te groot, te druk, te hectisch, met teveel mensen en hippe locaties, met teveel leuke dingen om te doen. Maar hoe meedogenloos ook, ik weet dat ik nog zal terugkeren naar The Big Apple!
 


Neem nu bijvoorbeeld gisteren, het was een mooie zaterdagnamiddag. Ik had met een leuke dame afgesproken om een wandeling te maken langs de Hudson rivier, aan de westkant van Manhattan. Het was een poosje geleden dat ik dit gedeelte van de stad nog had bezocht. Maar toen ik er terugkwam, kon ik mezelf verwijten dat ik er niet eerder was teruggeweest. De schitterend aangelegde parken aan deze kant van de stad, de mooie uitzichten over het water en de skyline, de relaxte sfeer, verrassende en originele gebouwen die je weg kruisen, ik raak daar werkelijk niet op uitgekeken. Om van al deze indrukken te bekomen was er gelukkig 'The Frying Pan', een verzameling van enkele schamele boten langs de kade die zijn omgevormd tot een levendige bar. Met een karaf matige sangria genoot ik hier met mijn gezelschap van de ondergaande zon. Een stukje romantiek op een roestige boot in hartje New York, het kan hier allemaal.

Maar zie, tijdens diezelfde wandeling kreeg ik weeral minstens drie of vier andere ideeën om een dagje door te brengen. Zo leerde ik bijvoorbeeld dat er aan de overkant van Manhattan, in New Jersey, ook recentelijk een prachtig wandelpad werd aangelegd. Het is naar het schijnt momenteel weer één van de nieuwste trendy places in de stad, vanwaar je alweer een geweldig uitzicht hebt over de volledige skyline van Manhattan. Maar ook de naburige parkjes langs de Hudson nodigen uit om op een zonnige herfstdag je handdoekje te spreiden en lekker languit in het gras te zitten. Of wat gezegd van een bezoek aan de Intrepid, het indrukwekkende Amerikaanse oorlogsschip dat hier ligt aangemeerd en werd omgetoverd tot een interactief museum.  Enfin, beginnen jullie het plaatje een beetje te snappen?

En zo kom ik terug op een reeds eerder vermeld dilemma. Er is zoveel te doen in deze stad, dat een mens 72 uren in een dag zou moeten hebben, om alles op een maand van 90 dagen te zien. En zelfs na die negentigste dag zou je weer een vreemde snuiter tegenkomen die je vraagt of je die nieuwe gallerij of dat leuke restaurantje in The Bronx al hebt bezocht. En anderzijds, zijn voor mij de leukste dagen in New York, de dagen dat je gewoon kunt ontsnappen aan de drukte en met een goed boek en een heerlijke cappuccino ( Mijn God, wat zou die nu smaken ! ) in Central Parc kunt gaan liggen. Een mens zou van minder zot worden, wat misschien verklaart waarom er hier zoveel gekken rondlopen!

Over zotten gesproken.. Mijn Belgische vrienden zijn inmiddels huiswaarts gekeerd en ik meen te mogen stellen dat ze zich hun bezoekje niet beklaagd hebben. Veel gezien en vooral beseft dat ze nog veel niet gezien hebben. Zo hebben ze gisteren bijvoorbeeld nog een stevig feestje gemist in de DL bar kort bij mij in de buurt. Alweer een nieuw oord van decadent vertier dat ik ontdekt heb en ik weet niet hoe ik het nog moet gaan uitdrukken om het allemaal een beetje geloofwaardig te houden? Maar het was weeral de moeite! Ik kwam er toe rond 22u, toen het nog behoorlijk rustig was in deze trendy rooftopbar. Vervelen deed ik me echter niet, want het personeel achter de indrukwekkende bar was nog indrukwekkender dan de bar. Een line up van uitdagend geklede barmeisjes, die zo leken weggelopen uit een aflevering van Baywatch. De prijs van Miss Sympathie zullen ze niet meteen winnen, maar dat ze over andere troeven beschikten is een understatement van formaat. Het maakte in ieder geval dat ondergetekende toch menige rum-cola van 12 dollar per glas achterover drukte. Met extra veel ijsblokjes.  
 
 

Maar na al dat vertier en kostelijk vermaak komt er dus eens een moment van bezinning. En zat ik gisteren nog als een toekomstig best-seller schrijver die het hoog in zijn bol heeft gekregen dure drankjes te nuttigen, dan zit ik hier nu als een schijndakloze op een veel te harde marmeren trap. En om eerlijk te zijn, ik geniet hier minstens even hard van. Al kan ik niet ontkennen dat mijn gedachten sinds gisteren ook al eens durven afdwalen naar meer zuiderse windstreken. Niet vanwege één of andere Latina die ik hier aan de haak zou hebben geslagen, wél vanwege mijn toekomstige reisbestemming die almaar dichterbij komt. Er rest me nog een weekje New York, met daarna een weekje België, en dan trek ik richting Guatemala. In het mooie bergstadje Antigua, gelegen tussen enkele prachtige vulkanen, zal ik daar als een vlijtige student mijn Spaanse talenkennis proberen op te krikken. Ik vermoed dat het contrast met New York een behoorlijke cultuurshock zal teweeg brengen. Maar de gedachte aan een rustig plekje, genietend van de mooie natuur, alsook de dagelijkse routine om als een streverke naar school te gaan, lijkt almaar iets aantrekkelijker.

Hasta la proxima !

Nightlife in The Big Apple...



Mijn verblijf in New York is inmiddels ruim voorbij halfweg. Mijn lofbetuigingen aan deze fascinerende stad stonden reeds breed uitgesmeerd over vorige verslagen. Jullie weten ondertussen  dat The Big Apple elke dag opnieuw menig mens weet te verrassen en dat diezelfde mens nooit raakt uitgekeken op deze metropool vol contrasten. Waar ik het echter nog niet of slechts nauwelijks over heb gehad, is over het nachtleven in New York. Of bij uitbreiding van dit onderwerp, over mijn sociale leven in de stad waarvan het bekend is dat er meer dan waar ook vrijgezellen wonen. Wel, sta me toe om bij deze een tipje van deze obscure sluier op te lichten.

Het hoeft niet te verbazen dat een wereldstad als New York, the never sleeping city, een verbluffend nachtleven heeft. Ik denk dat er weinig is dat je hier niet kunt vinden op vlak van zowel zedig vermaak als decadent vertier.  En toch zal je er als ‘toerist’, als buitenstaander dus, slechts een heel klein stukje van kunnen ervaren. Enerzijds omdat er simpelweg te veel leuke plekjes zijn die je onmogelijk op een week tijd kan ontdekken en vaak al ‘passé’ zijn als ze in de brochures worden aangeraden als de allernieuwste hot spot. Anderzijds en vooral omdat de écht hippe en coole plekken niet toegankelijk zijn. Tenzij je een moordgriet bent, of over de juiste connecties beschikt en/of over een hele dikke portefeuille, zullen de deuren van de meest trendy etablissementen genadeloos gesloten blijven. Ook voor ondergetekende. Maar daar hoef je vooral niet om te treuren!  Er zijn immers genoeg andere leuke plekjes om te ontdekken. En daar heb ik de voorbije week intens research naar gedaan. The hard life of a writer, remember ?

Wellicht moet ik het hier eerst hebben over de indrukwekkende shows en spektakels die zich haast allemaal concentreren in de buurt van Times Square. De eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat ik er nog nooit eentje heb gezien. Wel ben ik al meerdere keren ’s nachts gaan ronddolen op Times Square, wat op zich al een hallucinante ervaring is. Op het uur dat de brave mensen al lang in hun bed liggen zie je hier de meest excentrieke figuren opdoemen.  Maar vooral de fel verlichte neonpanelen en de hordes toeristen die hier samendrommen zorgen voor een eclectisch sfeertje. Afgaande op ervaringen van anderen, inclusief enkele authentieke New Yorkers, is een show op Broadway echter wel een must-do tijdens een bezoekje aan de stad. Wie weet kom ik er zelf ook nog eens terecht, misschien wel met één van de dames die in het vervolg van dit verslagje aan bod zullen komen.
 
 

Want, ware het in Honfleur, mijn vorige bestemming die inmiddels een eeuwigheid achter mij schijnt te liggen, behoorlijk rustig op sociaal vlak, dan is dat in The Big Apple wel even anders. Ik had hier dan ook het voordeel om reeds enkele contacten te hebben voor ik er toekwam. Via Angelica, een oude Amerikaanse vriendin die ik enkele jaren geleden tijdens mijn wereldreis leerde kennen, kwam ik een tweetal weken geleden in contact met Anya. Een bevallige deerne met Panamese roots, die inmiddels meer dan tien jaar in New York leeft. Via Shira, de eigenares van mijn appartement, leerde ik dan weer Sonja kennen, een adept en ervaringsdeskundige van de party-scene in New York. Ook het internet heeft me een handje geholpen om hier leuke mensen te leren kennen en dan zijn er ook nog enkele snode Belgen die sinds zaterdag hun opwachting in Sin City hebben gemaakt. Zoals het hoort in deze stad, heb ik momenteel dus tijd ( én geld ) te kort!

Het nachtleven in New York is uiterst divers en is bovendien verspreid over de verschillende wijken doorheen de stad. Elke wijk heeft zijn eigen accenten, trekt een bepaald en eigenwijs volkje aan. Zo heb je in de Lower East, waar ik verblijf, een eerder alternatief en hippie-achtig publiek. Deze trendy alternatievelingen verzamelen zich ’s avonds maar wat graag in de talrijke gezellige cafeetjes waar het meestal dringen is om een tafeltje te vinden. Vaak serveert men er ook eten, dat vaak verrassend lekker blijkt. Een gewoon café, zoals we dat in België kennen, waar je rustig aan de bar een pintje kan  drinken zonder in een wachtrij aan te schuiven, wel dat is hier niet zo makkelijk te vinden. Wel heel gezellig vind ik hier o.a. ‘Inoteca’, een aangename wijnbar/restaurant gelegen in Ludlow Street. Ik kwam er vorige vrijdag terecht met Anya. Behoorlijk eten en lekkere wijn aan betaalbare prijzen. Dat in een leuke buurt én in mooi gezelschap, een mens kan het slechter treffen op een vrijdagavond.

Maar er zijn nog wel andere verrassende locaties in deze buurt en het heeft best een tijdje geduurd vooraleer ik deze ‘ontdekt’ heb. Zo is er een leuke en rumoerige bar/danscafé, ‘Piano’s’! Ik vergelijk het een beetje met De Prof in Mechelen. Een levendige bar, waar de gemiddelde leeftijd rond de 20 ligt, de muziek altijd luid klinkt en ik vermoed dat hier menig lief gevonden of gedumpt wordt. Iets rustiger maar wel stijlvoller gaat het er aan toe in ‘Chantelle’, één van mijn favoriete locaties in de buurt. Het betreft een gebouw van drie verdiepingen, met onderaan een club, vervolgens een leuke lounge bar, dan nog een restaurant en bovenaan een mooie rooftop. Tijdens de weekdagen is het hier niet overdreven druk, maar op vrijdag en zaterdag staat er een lange rij. Maar het loont zéker de moeite om hier eens een vrijdagavond op het dakterras te komen doorbrengen. De sfeer is er gemoedelijk, het is er toegankelijk, en een leuke mix van mooi volk en goeie muziek maken het plaatje compleet. Kortom, een aanrader.
 
 

Ik vind het vooral leuk om bars of restaurants te bezoeken waar de echte New Yorkers samenkomen. Zo heb ik er de voorbije week enkele mogen ontdekken. Zo heb je ‘Bar Jamon’, een leuk en luid adresje kort bij het bekende Union Square. Het is zo een typische tent waar locals samenkomen na een drukke werkdag, om er met een hapje en drankje komaf te maken met een stresserende werkdag. De tapa’s zijn er lekker en bovendien is het een goede startlocatie om de levendige buurt rondom Union Square by night te verkennen. Trouwens, toen ik diezelfde dag laat op de avond thuiskwam was er ook nog een feestje aan de gang bij Cafe Ludlow, kort in mijn buurt. Deze keet wordt blijkbaar opengehouden door het vriendje van Lady Gaga en aan het publiek te zien verbaasde me dat niet. Het liep er vol gothics en fetisjisten, met soms wel heel extreme outfits. Als een volleerde voyeur ben ik gewoon een half uurtje aan de ingang blijven staan, me hierbij afvragend of ik op een andere planeet was terecht gekomen.

Nog een typische local hot spot is ‘Von Bar’, een bekende wijnbar in Bleecker Street. Hier sprak ik vorige donderdag af met Sonja. Sonja is een 44-jarige dame die volop opgaat in de party scene van New York. Zij was dan ook de uitgelezen persoon om mij hier ietwat wegwijs te maken. Zelf is ze een succesvolle art director en ik vermoed dat ze een aardige stuiver verdient. Sonja nam me mee naar een typisch New Yorks privé feestje dat plaatsvond in een exclusieve kledingzaak, Billy Reid. Je komt er enkel in als je op de gastenlijst staat, maar eenmaal binnen drink je gratis lekkere bourbon-cocktails. Ongetwijfeld hip en leuk om eens gedaan te hebben, maar of dit nu echt het feestje van het jaar was? Het leek me eerder zo een typisch event waar je bent om te zien en gezien te worden. Networking is belangrijk voor wie het wil maken in deze stad en ik weet wel zeker dat mijn nachtgids er een experte in is. Leuker vond ik het echter in ‘The Smile’, waar we nadien naartoe trokken. Een pak levendiger met bovendien een super vriendelijke bediening en ongelooflijk lekkere hapjes. Het feit dat deze recent geopende ‘new place to be’ vooral gevuld zat met knappe vrijgezelle dames maakte het nog leuker vertoeven hier.

Thé typical thing to do in New York is echter naar een trendy rooftop bar gaan. En kijk, dankzij mijn goeie connecties hier, was ik zaterdag uitgenodigd voor een privé feestje op zulk een rooftop. En wel die van Sonja’s dure appartement in Brooklyn. Ik was ditmaal in bijzonder gezelschap, want eerder die dag waren enkele Belgische bekenden toegekomen in de stad. Yoeri, een ex-collega en zijn knappe madame, samen met een bevriend koppel van hen, zijn hier voor een citytrip van een weekje. En in mijn legendarische goedheid besloot ik hen mee te vragen voor het feestje, bij wijze van verwelkoming. Ondanks hun vermoeidheid/jetlag denk ik dat ze het zich niet beklaagd hebben! Het uitzicht vanop Sonja’s rooftop was immers imposant, met nachtelijk zicht op zowel downtown New York ( o.a. Freedom Tower, Brooklyn Bridge ) en midtown ( o.a. Empire State en Chrysel Building ). De hapjes en de mojito’s, alsook het knappe volk dat hier rondliep maakten er een geslaagde avond van. Ik kan me inbeelden dat Yoeri en co hun eerste dag in NY nog een tijdje zullen herinneren?  
 

 

Maandag heb ik dit Belgische gezelschap dan meegenomen voor een sightseeing tour doorheen de stad, om hen kennis te laten maken met enkele mijn favoriete plekjes in New York. We verzamelden om 11u in Bryant Park, dat reeds overgoten lag in een heerlijk zonnetje. Mijn landgenoten zagen er gelukkig al iets frisser uit dan 24 uur daarvoor en dat was ook nodig. We hadden immers een lange dag voor de boeg. Toen we de laatste slaapprut uit de ogen hadden gewreven om ons te vergapen aan de indrukwekkende buildings rond Bryant Park, nam ik het viertal mee naar Madison Square Park. Daar schoven we mee aan in de ellenlange rij aan Shakeshack om de lekkerste hamburgers van The Big Apple te degusteren. Voor wie ooit die rij wachtenden ziet en twijfelt om mee aan te schuiven, gewoon doen! De beloning maakt alles goed!
 
 

Vervolgens trokken we verder naar Union Square, nog altijd één van mijn favoriete plekjes om aan people watchting te doen. Ik vermoed dat Yoeri en Jan vanaf nu perfect begrijpen wat ik hiermee bedoel. Maar er waren ook vrouwen in het gezelschap, dus net voordat de zever uit onze mond liep, trokken we richting de Stuyvesant Buildings. Die zal je niet snel aantreffen in de toeristische brochures en toch vind ik ze een bezoekje waard. Het betreft een gigantisch complex van oude, grote appartementsblokken, die werden gebouwd voor het huisvesten van teruggekeerde Amerikaanse  soldaten na de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels zijn de prijzen van een bescheiden appartementje in deze blokken voor menige New Yorker onbetaalbaar geworden. Ik betwijfel of ik er zelf zou willen wonen, maar wel vind ik de bevreemdende sfeer in deze wijk en de verrassende ligging ervan bijzonder.

 
Vanaf hier is het slechts enkele honderden meters stappen tot aan het water, alwaar ik mijn gezelschap liet kennis maken met mijn vaste joggingparcours. De fototoestellen deden hier wat ze moesten doen. Er werden professionele en minder professionele foto’s genomen van het mooie zicht op midtown New York. Naarmate we vervolgens de Williamsburg Bridge en daarna Brooklyn Bridge naderden, zag ik regelmatig een mondje openvallen van verbazing. Of was dat vermoeidheid van het wandelen? Anyway, eenmaal op Brooklyn Bridge was er van vermoeidheid alleszins geen sprake meer, want dit is ongetwijfeld één van de meest fotogenieke locaties in New York. Om de deskundige sightseeing tour in schoonheid af te ronden sloten we de wandeling af in Brooklyn Heights. Voor mij absoluut één van de mooiste plekjes in New York, vanwaar je een weergaloos zicht hebt op de bekendste skyline ter wereld. Vooral als de avond valt, met de zon die langzaam zakt achter de Freedom Tower, is dit een ideaal plekje om een vermoeiende maar geslaagde dag af te ronden.
 
 

 
Als ik zeg dat het zicht vanop Brooklyn Heights indrukwekkend is, dan klopt dat volledig, maar gisteren heb ik echter een plek ontdekt vanwaar het zicht nog spectaculairder is! Of laat me het anders zeggen, wat ik gisteren gezien heb, is het meest indrukwekkende uitzicht over de stad dat ik ooit heb mogen aanschouwen! Aan de toekomstige bezoekers van de stad, onthoud wat ik nu ga zeggen!! Gisterenavond had ik afgesproken met een leuke dame die ik vorige week had ontmoet. Ik had haar toen gevraagd of ze geen leuke rooftop bar kende, waar je als gewone sterveling naar toe kon, zonder meerdere briefjes van honderd dollar uit je portefeuille te toveren. Ok, dat stukje moeten jullie niet onthouden, maar wél wat nu volgt… Agatha stelde me de Press Lounge voor, gelegen boven het moderne Ink48 Hotel op 11th Avenue ( tussen 47th en 48th street ).
 
 

Ondanks het feit dat Agatha een leuke verschijning is, zal ik van gisteren meer dan wat dan ook, het onwezenlijke uitzicht herinneren dat je hebt vanop deze trendy rooftop bar! Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat er een indrukwekkender zicht bestaat over de volledige stad dan hier. We kwamen er toe toen het reeds volledig donker was en ik vrees dat mijn schrijftalent niet zal volstaan om mijn indruk weer te geven. Over meerdere mijlen verspreid zag je een oerwoud van de meest spectaculaire wolkenkrabbers van New York, van downtown tot aan Central Park, allemaal verlicht in de meest feeërieke kleuren! To be seen to be believed!! Bovendien is de betreffende rooftop vrij toegankelijk en de drankjes zijn er nog iets of wat betaalbaar. Reken op 12 dollar voor een glas wijn en 16 dollar voor een cocktail. Naar New Yorkse normen is dit redelijk en het uitzicht maakt het méér dan de moeite waard! Nog een laatste tip van het huis. Als je naar deze unieke plek gaat, ga er heen rond 17u. Dan is het er nog rustig en kan je de tafeltjes met het beste uitzicht uitkiezen, terwijl je al nippend toekijkt hoe New York overschakelt van de dag op de nacht. Ik weet nu al dat jullie me waanzinnig dankbaar zullen zijn voor deze tip! Denk eens aan mij als jullie er genieten van ‘The Hagen’-cocktail; 16 dollar maar intens genieten van elke druppel !!